245
artillerie- en infanterie-munitiën in een lokaal binnen den muur
van het Chineesche gebouw.
Nauwelijks waren deze eerste schikkingen getroffen of de opzichter
der landelijke inkomsten Vriesman, die den Resident Besier op zijn
tocht verzelde, kwam te paard in vollen galop en blootshoofds aan
rennen en bracht het bericht „dat de Resident met zijne Inlandsche
macht bij Boendar over de rivier gegaan zijnde, op den weg naar
Kertosono, bij de oude Kotta of voormalige hoofdplaats van Kertosono,
door den vijand onverhoeds was aangevallendat dit een plotselingen
schrik onder de Inlanders had verwekt en dezen, met wegwerping
van hunne geweren en andere wapens, op de vlucht waren gegaan
dat de Resident en hij Vriesman al het mogelijke hadden aan
gewend om hen tot staan te brengen, doch dat dit te vergeefs was ge
weest en zij ook eindelijk genoodzaakt waren geworden op hun eigen
behoud bedacht te zijn; dat hij Vriesman door de wanorde,
welke die nederlaag deed ontstaan, van den Resident was afgeraakt
en nu om hulp kwam, ten einde laatstgenoemde op te zoeken en
zoo mogelijk te redden."
De kolonel Bounelle gat dadelijk last om een detachement van
drie officieren en 100 man Infanterie op bamboezen vlotten onder be
geleiding van den heer Vriesman de rivier te doen afzakken tot op
de hoogte der plaats, alwaar de affaire had plaats gehad, ten einde
niet alleen den Resident op te zoeken, maar ook te zien, wat men
van de verloren wapens enz. kon terugbekomen. De muitelingen aan
de overzijde der rivier, bemerkende dat er zich troepen op de vlotten
begaven, dachten dat wij het voornemen hadden om hen dadelijk te
attakkeeren. Er verzamelde zich een groote hoop gewapend volk op
den oever der rivier, het plantte een vaandel, sloeg op de gong-gong
en aangemoedigd door de kort te voren behaalde voordeelen op de
Inlandsche macht van den Resident Besier, schenen de vijanden een
aanval van onze zijde krachtdadig tegenstand te willen bieden.
De kolonel Bonnelle gaf toen bevel om met de 3 ponders eenige
schoten op dat gespuis te doen en hetzelve van den oever te verdrijven.
Ik liet het geschut dadelijk op de plaats van het embarkement
brengen en eenige malen met blikken doozen vuren, met dat gevolg,
dat de vijanden met verlies van een aantal dooden en gekwetsten