14 tract met de paketvaart-maat.schappij ten opzichte van het troepen vervoer naar mijne meening niet geheel voldoet aan alle eischen, welke daaromtrent moeten gesteld worden, zoo bevat het toch ver schillende zeer goede bepalingen en geeft het gelegenheid in ver schillende opzichten zeer belangrijke verbeteringen te verkrijgen; het is daartoe slechts noodig van de zijde van de Regeering, meer be paald van het Departement van Oorlog, de zaak ernstig te onderzoe ken en de regelingen te treffen, welke de toestand vordertwanneer men dat ernstig wil, kan dan binuen enkele jaren het troepenvervoer zoowel in gewone als in buitengewone omstandigheden goed geregeld en voorbereid zijnen dat dit laatste vooral noodig is, zal wel niet worden betwijfeld. Natuurlijk zijn ook in Engeland in den loop van tijd in de be staande bepalingen en voorschriften de wijzigingen gebracht, die de ondervinding als noodzakelijk had doen kennen en waren dus bij het zenden van troepenversterking naar Zululand in 1879 de voorschriften betreffende het troepenvervoer over zee niet in alle opzichten gelijk luidend met de thans bestaandein hoofdzaken kwamen zij echter volkomen op hetzelfde neer, alleen was men door omstandigheden, voornamelijk tengevolge van de korte voorbereiding, gedwongen ge weest enkele in gewone omstandigheden gebruikelijke schikkingen achterwege te laten. Ten einde over een en ander te kunnen oordeelen, zal het vol doende zijn mede te deelen hoe zich de inscheping van het 58° re giment infanterie, een batterij van de 6° brigade artillerie en het halve 17® regiment lansiers heeft toegedragen. Den 26en Februari is het 58® regiment infanterie, komende van Dover, aan boord gegaan van het stoomschip Russia, liggende te Portsmouth. De Russia was een der grootste en fraaiste schepen van de zg. Cunard-lijn; het had een lengte van 109 M. bij een breedte van 13 M. en een inhoud van 2960 ton of netto 1710 registerton. De inrichting van het passagiersdek was geheel weggebroken om plaats te maken voor den troep; slechts de achterste hutten waren bewaard gebleven voor de officieren, voor wie ook eenigo hutten aan dek bestemd waren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 25