te verdrijven. Alle de wegen en toegangen tot die plaats waren van
afstand tot afstand met bamboezen verhakkingen gesloten, terwijl
ook de omtrek overal met bosch en struikgewas dicht begroeid was.
Alleen de zijde van de passeerbaan was open, van waar de muur
alleen kon genaderd worden. Yan de oude kotta of stad gaat een
goede en breede weg naar Nieuw-Kertosono en ook een naar Boendar.
Het was hier, dat de Resident Besier, van laatstgenoemde plaats
komende, met zijne 2500 Inlanders enz. op de vlucht geslagen werd.
Het bericht aangebracht zijnde, dat de Pangeran van Kertosono,
door de verovering van zijne hoofdplaats en de ondergane nederlaag
ontmoedigd, zich weder aan het Gouvernement wilde onderwerpen en
daartoe een samenkomst met den Resident Besier verzocht, vertrok
deze op den 27en November naar Brebek vergezeld door den Regent
van Soerabaija en geëscorteerd door 1 officier en 12 Djajaug Secars.
Den 8en November kwam de Resident in het kamp terug en
's avonds de Pangeran van Kertosono mede aldaar aan. Deu vol
genden dag keerde laatstgenoemde naar zijn hoofdplaats terug, ten
einde de bevolking, die in de omliggende bosschen gevlucht was,
vertrouwen in te boezemen, te doen terugkeeren en tot het weder
opbouwen van de verbrande woningen, enz. maatregelen te nemen.
Den 9en November vertrok de Resident, verzeld door den majoor
Le Bton de \exela naar Soerabaija en den 13en d. a. v. keerden de
kapitein Raoul en ik ook naar derwaarts terug, ten einde onze be
trekkingen aldaar weder te aanvaarden.