MILITAIRE ZIGZAG FANTASS1N. Evenals overal in den archipel, heeft men ook te Batavia, in de afgeloopen maand, angstige dagen doorgebracht, dagen van hangen twijfel, flauwe hoop en dan weer diepe verslagenheid. Ik zal wel niet behoeven te zeggen, dat ik hier doel op de ver schrikkelijke geruchten, die van Melaboeh naar hier overgewaaid, vermoedelijk te Kota Radja hun oorsprong en van daar hun weg naar Magelang hebben gevonden en door den volksmond onophoude lijk vergroot, ten laatste ontzettende afmetingen hadden aangenomen. Nu, de Hemel zij gedankt, gebleken is, dat we met een onwaar bericht, met een ongehoorde canard te doen hebben gehad en dus weder ruim kunnen ademhalen, nu kunnen wij den toestand kalm overzien en ons rekenschap geven van de indrukken, die een ieder, wien het lot van het leger ter harte gaat, achtereenvolgens moet hebben ondervonden. Als uit een onbewolkten hemel door een donderslag, werd het Bataviasche publiek weinige dagen geleden opgeschrikt door het ge rucht, als zoude de pas opgetreden Civiel en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, de kolonel Pompe van Meerdervoort, te Melaboeh gesneuveld dan wel vermoord zijn. Veroorzaakte deze tijding al dadelijk een groote consternatie, den volgenden dag namen de on-dits steeds in omvang doch ook in on waarschijnlijkheid toe, zoodat aan den avond van den tweeden dag niet meer of minder verteld werd, dat met den kolonel, tachtig Eu ropeanen en twee dames ten grave waren gesleept. Doch ook deze afmetingen vermochten de colporteurs nog niet te bevredigen, want den derden dag had men het noodig geoordeeld ook DOOR

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 277