18
wel enkele richters, die, na lang nadenken en geholpen door den
onderwijzer, het goed ten uitvoer brengen. Deze ervaring deed ik
op bij richters, wien ik zeker wel een jaar lang persoonlijk de hier-
bedoelde richtwijze minstens eens per week onderrichtte. Bij het
werkdadig vuur, en vooral voor den vijand, schijnt 's man bevat
tingsvermogen dadelijk te dalen. De richter zet dan alle theorieën op
zijde, en men mag al heel blij zijn, indien hij den opzet goed stelt
en werktuigelijk een hulprichtpunt aanneemt met een opzet, zooals
door mij is voorgesteld.
Bij de jongste practische oefeningen te Bafoe Djadjar kwamen
herhaaldelijk zeer moeielijke richtwijzen voor, en ik heb daarbij toen
zeer dikwijls stukscommandanten het hoofd zien verliezen. De
richters waagden er zich niet eens aan om in kritieke momenten
den opzet te stellen, maar lieten dat kalmpjes aan de stukscom
mandanten over. Hierbij was geen gebrek aan oefening in het spel,
want bedoelde militairen werden dikwijls driemaal per week in het
richten geoefend.
Bij het inschieten en bij de kanoonierschool werd bijna altijd in
direct (met aannemen van een hulprichtpunt) gericht. Eens moet de
oefening toch haar eindpunt bereikt hebben. Men kan toch een kanonnier
geen 20 jaren achtereen richten leeren en dan eindelijk zeggen„zie
zoo, nu kan hij het na veel oefening". Ik mag toch wel als redelijken
eisch stellen, dat een minder militair na twee a drie jaren gediend
te hebben niets meer in zijne functie behoeft te leeren, en dat de
oefeningen, die hij dan verder bijwoont, alleen strekken om het geleerde
niet te vergeten en zijn lichaam te harden.
De batterijen krijgen den laatsten tijd te veel het karakter van
opleidings- en voortgezette kaderscholen. Zoolang eene batterij niet
minstens 12 richters en 6 stukscommandanten heeft, die in de moeie-
lijkste oogenblikken zonder eenig nadenken of aarzelen hunne ver
richtingen kunnen uitvoeren, is die batterij m. i. niet slagvaardig.
4°. Omtrent het richten door N°. 5 alleen heb ik opgemerkt, dat
enkele vrij goede richters dat zeer slecht kunnen. Anderen daaren
tegen deden het afwisselend merkwaardig juist en vrij slecht.
50. Verwarringen met de voorgeschreven teekens komen nog steeds
voor, en die heb ik indertijd bij de veldbatterij te Ambarawa ook