286 bewoners der streek gelijk vooral in Edi en Perlak het geval is, doch ook door den grooten toeloop van landslieden, die bij het uit breken van woelingen zich bij haar komen voegen en waardoor die bevolking in staat gesteld wordt om zich aesgewenscht met kracht te doen gelden. Zaten nu eerlijkheid en goede trouw steeds voor bij de vorsten en de petoea's seneboeh, de zoo voordeelige cultuur zou ook de bevol king ten goede komen en haar belang zou medebrengen om door behoud van rust en orde zich de hieruit voortvloeiende inkomsten blijvend te verzekeren. Op Atjeh's Oostkust is dit in de laatste jaren echter gebleken geenszins het geval te zijn en niet alleen de hebzucht en de knevelarijen aan inlandsche potentaten eigen, maar ook hunne in den laatsten tijd gepleegde knoeierijen met betrekking tot den peperhandel zijn de oorzaak geweest van de onlusten, die nu twee jaren achtereen in dit gedeelte van ons gebied zijn uitgebroken. Om van die knoeierijen een denkbeeld te geven, zij het volgende vermeld. Een of ander hoofd, in wiens gebied zich pepertuinen bevinden, dan wel de bezitter of aandeelhouder van pepertuinen begeeft zich naar Penang ter verkrijging van geld. Hier vindt hij de beurzen, vooral van het Chineesche element, geheel voor zich geopend en wel tegen eene rente van 2°/0 's maands en onder beding bovendien om van den eerstvolgenden oogst een zeker getal kojangs peper tegen een bepaalden prijs aan den geldschieter te verkoopen. Hadden deze transactiën aanvankelijk ten doel om uitbreiding te geven aan de cultuur, waarom zij dan ook onder patronaat van ons bestuur gesloten werden, van 'lieverlede is het oogmerk om op deze toch al onereuse voorwaarden aan geld te komen ontaard in het streven der hoofden om aan hun zucht naar weelde en genot bot te vieren en niet zelden om langs dien weg in het bezit te komen van opium en oorlogscontrabande, welke dan vaak op clandes tiene wijze door de geldschieters zeiven werden ingevoerd. De ge volgen van een dergelijk handelen liggen voor de hand. Door schulden bezwaard namen de hoofden, die zich aan dergelijke praktijken schuldig maakten, hun toevlucht tot verhooging van den peperhasil, eischten zij voorts een hoog commissieloon bij de verhandeling van het product, tengevolge waarvan de mindere hoofden en de peper-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 301