- 289
Behalve hij bleven van de ten Z. O. van Edi gelegen staatjes
ons getrouw: Toekoe Tjihik Langsar, Habib Mohamad van Pedawa
Besar, Habib Raijoet van Madjapahit en Said Djafar van Soengei
Raija, terwijl de houding van Toekoe Tjihik Perlak minstens dub
belzinnig kan genoemd worden* zekerheid omtrent ontrouw van zijne
zijde bestaat er echter niet. x)
De benden, die uit het N. W. opdaagden waren samengesteld uit
lieden van Oleh Gadjah, Bagoh, Edi Tjoet, de verschillende staatjes
der Pasei streek, alsmede enkelen uit Djolok en Simpang Olim; zij
werden aangevoerd, behalve door den reeds genoemden Tengkoe
Yoesoef, door eenige mindere hoofden van Oleh Gadjah, zooals de
Panglima's Prang Adam, Balei en Lemboeh; door Toekoe Tjoet
Lambah van Edi Tjoet, Panglima Prang Lambaroe van Simpang
Olim en eenige aanvoerders van minderen rang uit Djolok, Pasei,
Gedong, enz. afkomstig.
Het hoofd van Bagoh, Toekoe Bintara Moeda, schoonzoon van
Tengkoe Yoesoef en over dezen gezag voerende, had voor zijn per
soon beslist onze zijde gekozenhij bevond zich dan ook in het
hoofdkwartier. Het landschap Boeging, ten Z. grenzende aan Oleh
Gadjah nam eene strikte onzijdigheid in acht. De hoeloebalang
van Djolok Besar, Bintara Pakan, die eene zekere suprematie voert
over de hiervoreu genoemde landschappen Oleh Gadjah, Boeging en
Bagoh, hield zich evenzoo persoonlijk buften de beweging, doch
werkte die ook niet tegen.
In het algemeen kan derhalve worden gezegd, dat geene gods
dienstige, maar zuiver wereldsche belangen tot het gepleegde verzet
1). Berst eenige maanden later, in het laatst van October of begin November 1890,
heeft Toekoe Tjihik Perlak onze zaak in zoo verre gediend, dat hij de vijandelijk
heden tegen Djingki geopend en met kracht voortgezet heeft. Het aanvankelijk be
haalde succes, Toekoe Tiban's verdrijving uit diens gebied, is in de daarop volgende
maand December wel eenigszins verminderd, omdat Tjihik Perlak niet voldoende door
zijne ondergeschikte hoofden werd gesteund, doch met de hem daarna verleende hulp
van den radja van Edi en Habib Mohamad van Pedawa Besar, heeft hij zich nader
en afdoende in zijne positie tegenover Djingki gehandhaafd, zoodat het zich laat
voorzien, dat de nederlaag, dat landschap toegebracht, althans dit gevolg zal hebben,
dat ons van die zijde vooreerst wel geen overlast zal wachten.