294
sitiën zoo goed mogelijk verkend te hebben, besloot de kap. van Bijlevelt
zich allereerst te wenden tegen de versterking op den Niboeng heuvel,
omdat men daarmede 's vijands zwakste zijde, zijn rechter flank, aan
tastte. Echelonsgewijze werd eerst op en vervolgens Westwaarts
van den weg 350 M afgelegd, elke vooruitgaande beweging ge
steund door het vuur van de daarop volgende afdeeling infanterie of
marine landingsdivisie en daarna met den looppas door de compagnie
infanterie opgerukt naar den voet van den Boekit Niboeng.
Terwijl men hier aangekomen, onmiddellijk het aanvalsterrein ver
kende, kreeg de marine landingsdivisie last om bij gedeelten zich
oveneens hierheen te begeven. Het was toen 9-| u. v. m. en kregen
wij op dat oogenblik onzen eersten gewonde, den Inl. vuurstoker
le klasse der Marine Kalim n° 5235. De officier van gezondheid
ür. van der Wal, dezen willende verbinden, kreeg een vijandelijk
schot dat hem des ondanks deed voortgaan om, na zich zeiven zoo
goed als het kon te hebben geholpen, met groote kalmte en vast
beradenheid zijne zorgen te wijden aan de allengs in aantal toene
mende gekwetsten.
Even vóór 10 u. vroeg luitenant Lange, die de aanvalsrichting tegen
de versterking op den Niboeng heuvel thans voldoende had verkend,
vergunning om tot den storm over te gaan. Onder bescherming van
het salvovuur door de afdeelingen van de marine landingsdivisie op
het aanvalspunt en op de andere heuveltoppen gericht van waar de
vijand den troep beschoot, en nadat ook eenige worpen uit den mortier
waren gedaau, had de aanval onder luitenant Lange met veel élan
plaats. Hij en na hem de 2e luit. Jhr. C. F. Goldman waren het
eerst in de vijandelijke versterking, die door de muiters op het laat
ste oogenblik verlaten werd, waarna hun salvo's werden nagezonden,
omdat niet alleen de vermoeidheid der onzen, die in een enkelen
aanloop het aanvalspunt hadden bereikt, maar ook het zwaar begroeide
terrein belette om op andere wijze eene vervolging voor den vijand
in te stellen. Bij de hiervoren vermelde verkenning was de Inl. fus.
Singokarso alg. st. n° 31984 zwaar verwond geworden (verbrijzeling
linker dijbeen), terwijl bij den aanval de Amb. fus. Bolulu alg. st.
n° 29240 een schot bekwam onder het rechter oog.
Hoewel men den vijand thans van den Boekit Niboeng verdreven