19 gezien, niettegenstaande de sectiecommandanten daarop steeds aan merking maakten. Ook zag ik te Batavia herhaaldelijk richters van andere batterijen aankomen, die zich aan dat euvel schuldig maakten. Ik vind hieromtrent vergissing ook erg menschelijk. Men is toch altijd geneigd, om bij vlugge werkzaamheden elkander na te bootsen. Slaat dus de richter tegen de zij wang, dan is het van den hulp richter eeDe vrij verklaarbare neiging, dat hij tegen den richtspaak wil slaan. Het zou dus wenschelijk zijn, dat het „richtreglement" hierin voor zag door voor te schrijven dat het slaan tegen de zijwang eene tik kende verplaatsing van den staart der affuit beoogt, en het stil aanleggen van de hand daarentegen eene schuivende verplaat sing. In het elkander juist begrijpen van den richter en hulprich ter schuilt het geheim eener vlugge richting. (1) Bij het vuren op zich bewegende doelen, die slechts korten tijd onder schot zijn, kan de uitwerking zelfs geheel verloren gaan, indien richter en hulprichter elkander niet goed begrijpen. Uit de laatste alinea van blz. 300 blijkt, dat Z. mijne bedoeling, omtrent het richten door een vizierkeep niet goed heeft begrepen. Mijn wensch hieromtrent zoude het zijn, dat bij het richten met het quadrant de hulprichter uitsluitend zijdelings richt, terwijl de richter in denzelfden tijd de E. geeft. Dit alleen te doen in die gevallen, waarin het gebruik van het quadrant bepaald noodig is, maar geenszins bij het K. T. vuur en bij dat met vooraf getempeer- de Gr. K. T. (het woord nl. voorkomende in regel 6 v. o. blz. 211 van mijn opstel, zal Z. toch wel dadelijk voor eene drukfout hebben aangezien). 6°. Ik ben het volkomen met Z. eens dat men den schadelijken invloed van het waggelen van den opzet kan wegnemen door den op zet steeds in een bepaalden (reglementairen) stand te houden bij het vastklemmen. Daar er geen enkele waarborg bestaat dat de richters dit steeds zullen doen, is ook de goede richting met een wagge lenden opzet niet verzekerd. (1) Jammer dat wij geen affuiten bezitten, welke eene zijdelingsche draaiing van den vuurmond op de affuit toelaten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 30