20
Een opzet, die mechanisch steeds denzelfden stand aanneemt, zal
dus de voorkeur verdienen.
7°. Bij liet stellen van het tegenwoordige (misschien thans reeds
voormalige) quadrant komen weinig vergissingen voor. De fijne
verdeelingen zijn echter oorzaak dat het stellen, vooral bij donker
weder, niet met de gewenschte vlugheid gaat.
8°. Het zou geen aanbeveling verdienen te eischen, dat ieder
sectie- en stukscommandant aan de vereischten voor richter le kl.
moest voldoen. Daartoe is toch een goed gezichtsvermogen noodig,
iets dat niet iedereen bezit. Indien de sectie- en stukscommandanten
maar alleen kunnen zien, of het doel goed is opgevat (dus eene globale
controle), dan is dat zeer voldoende. Het steeds zuiver op hetzelfde
punt richten kan men gerust aan de richters le kl. overlaten. Is
men voor bovengenoemde richtcontröle nog te bijziende, dan is hierin
te voorzien door met eene binocle 1 a 2 M. achter den opzet geplaatst
de zijdelingsche richting na te zien. Omtrent de hoogterichting kan
een richter zich niet licht vergissente meer daar men bij een ondui
delijk zichtbaar richtpunt beter doet deze richting steeds met het
quadrant te geven.
9°. Van het gebruik der bakens schijnt mijn kameraad Z. geen
juist denkbeeld te hebben.
In de werkelijkheid zal men toch alleen de bakens gebruiken, indien
men achter den vuurmond staande, desnoods op eene verhooging, de
richtmiddelen en het doel niet tegelijkertijd kan zien.
Dit is alleen mogelijk, indien men naar 's vijands zijde eene hooge
terreinplooi heeft. (1)
Indien men nu hoog moet klimmen om het doel te kunnen zien,
dan zal de vijand de bukkende baakhouders zeker niet opmerken.
Een weinig meer helderheid van de zijde van het richtreglement
zoude hier zeker niet misplaatst zijn.
10°. Over het algemeen tracht Z. aan te toonen, dat de door mij
opgesomde gebreken elk op zich zelve zulke nadeelige gevolgen niet
(1). Bij geen enkel terrein heb ik het gebruik van bakens bepaald urgent gevonden.