21 hebben. Dat is ook gedeeltelijk juist, maar hierbij moet in het oog worden gehouden, dat alle kleine fouten wel eens in deuzelfden zin kuuuen vallen, en men dan juist de meest abnormale afwijkingen verkrijgt. Overigens zeg ik mijn kameraad Zon dank voor de beleefde wijze, waarop hij enkele mijner denkbeelden heeft bestreden en de poging, die hij daardoor heeft aangewend om op mijne wenschen en voor stellen nogmaals de aandacht te vestigen. Median, April 1891. W. J. Giel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 32