- 316 Aan de overzijde gekomen, werd de landingsdivisie met ambu lance in een alang-alang veld opgesteld ten W. van kampong Toekoe Itam. Hierbij voegde zich de Bevelhebber, terwijl de cavalerie achter de algemeene reserve eene plaats aangewezen werd. Het was toen 7 u. 6 v. m. Daar de hangende rook van het inmiddels in gevecht geraakte 6e bat. het uitzicht belemmerde en daardoor voor dit korps gevaar zou kunnen ontstaan indien de artillerie verder voortging het aanvalsterrein van dat bataljon te beschieten, zoo werd ten 7 u. 10 het volgende bevel verzonden aan den commandant der bergbatterij „No. 7. Ophouden met vuren en volgen." Toen ten 7 u. 20 de batterijcommandant, die zijne stukken was voor uitgesneld op den linkeroever was aangekomen, werd hem door den Bevelhebber bevolen bij c. (Zie de kaart) in stelling te komen en open de hij op dit punt ten 7 u. 37 het vuur op den Boekit Aroen. Nog voordat het bevel N°. 4 den commandant van het 6e bat. kon hebben bereikt, verkondigden infanterie salvo's van dit korps, dat het met den vijand slaags was geraakt. Kort nadat door het batal jon kampong Toekoe Itam was bezet, had het nl. vuur gekregen uit eene terrein verhevenheid aan den voet van den heuvel, welk vuur spoedig in hevigheid toenam en waarom de korpscommandant besloot zijne stelling in die richting te verplaatsen. De korporaal der genietroepen van den Berg, alg. st. n°. 28743 was in kampong Toekoe Itam door dat vuur verwond geworden. In gevechtsfor matie (gesloten orde met tusschenruimten) rukten de 1° en 2e comp. 6e bat. tegen 's vijands positie op; het rechter soutien uit- waarts van den vleugel en uit de flank; de 3e comp. dekte de linker flank, terwijl de 4e comp. als reserve volgde, na een groep te hebben achtergelaten tot dekking van de ambulance. Met salvo's werd 'vijands vuur beantwoord en slechts langzaam door de hooge alang-alang geavanceerd, om bij het gebrekkige uit zicht tengevolge van het blijven hangen van den rook, niet door een klewangaanval te worden verrast. Toen de voorste linie de vijande lijke stelling tot ongeveer 50 M. genaderd was, werd na het afgeven van nog een paar salvo's tot den stormaanval overgegaan, dien de vijand echter niet afwachtte. In Westelijke richting nam hij, met medeneming van dooden en gewonden, de vlucht. O o c*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 331