321 Toen de Bevelhebber met de algemeene reserve, de cavalerie en artillerie gekomen was op de terreinverhevenheid waarop de eerste aanval van het 6e bat. was gericht geweest, wees de gids Nja Toeloet hem in W. Z. W. richting d. (Zie de kaart) eene versterking, die nog door Atjehers bezet was. Duidelijk werd thans de sterkte waarge nomen, die, tengevolge van den hangenden rook, door het 6e bat. bij den frontaanval ongezien was voorbij getrokken zij bevond zich dan ook meer dan 100 M. zijwaarts van den weg door dit korps gevolgd. Onmiddellijk werd door den Bevelhebber bevolen dat de bewuste versterking door een peloton der landingsdivisie en eene sectie infan terie van de vaste bezetting moest worden genomen. Snel rukte daar toe de luit. ter zee le kl. Kluit met de aangewezen troepenmacht ten aanval vooruit. Op ongeveer 130 M. van de vijandelijke positie ont wikkelde hij het peloton landingsdivisie, waarbij de le luit. der ma riniers Schraver en de luit. ter zee 2e kl. v. d. Hegge Spies waren ingedeeld, in linie, liet deze in gesloten groepen oplossen en hield daarachter de sectie van de vaste bezetting onder den len luit. Lange in reserve. Al avanceerende werd groepenvuur afgegeven tot men den vijand tot ongeveer 60 M. genaderd was, waarop de luit. Kluit ,;/attakeeren" commandeerde. Dicht bij de versterking gekomen werden eenige lansen naar de aanvalstroepen geworpen, waarna een tiental vijanden met den klewang in de vuist over de borstwering een tegenaanval deden. De luit. ter zee v. d. Hegge Spies, die zich eenige passen voor zijne sectie bevond, kwam hierdoor met een Atjeher in gevecht, die hem een klewanghouw over het hoofd toebracht, doch tegelijkertijd door den aangevallene met een sabelhouw werd neer geveld. Van twee audere aanvallende Atjehers sprong een op den luit. ter zee Kluit, de andere op den luit, der mariniers Schraver toe. De eerste werd door den luit. Kluit met een paar revolver schoten gedood, de tweede, die door den luit. Schraver niet gezien was, werd tijdig door den matroos le kl. Bakker st. uo. 17052 neergeschoten. Een bende Atjehers, die door het bedekte terrein be gunstigd het aanvallende peloton in de rechterflank dacht aan te grijpen, werd tijdig door den luit. Lange ondekt en door diens sectie onschadelijk gemaakt. Na dat in weinige seconden afgespeelde gevecht, stormde de geheele

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 336