322 troep op de versterking los; het marine peloton tegen het front met den gewonden en zwaar bloedenden luit. ter zee van der Hegge Spies aan het hoofd, die dan ook aan deze zijde het eerst de binnenruimte bereikte; de sectie Lange aan de Noorderface met den sergt. maj. Hinsbeek alg. st. n°. 14584 voorop, die hier het eerst de borstwering beklom, nadat hij een oogenblik te voren door een Atjeher was be sprongen, wiens op dien onderofficier gerichte klewanghouw was gepareerd door den Amb. fus. Suling alg. st. n°. 27914. In de versterking, eene van aarden opgeworpen vierkante redoute van 10 M. zijde, hielden nog twee Atjehers stand, die echter spoedig door de marine troepen werden neergelegd. Behalve de luit. ter zee van der Hegge Spies was bij het handgemeen de matroos 2° kl. de Jonge st.no. 21317, door een klewanghouw over de linkerhand en pols gewond geworden. In en om de versterking werden 18 lijken gevonden, terwijl de wapens der verdedigers, bestaande uit tromp- laadgeweren, lansen, rentjongs, klewangs benevens eenige munitie, buitgemaakt werden. Nadat deze versterking genomen was, bracht de luit. adj. van Swieten ten 8 u. 27 v. m. aan den comm. der algemeene reserve aldaar het volgende schriftelijke bevel over: „No. 11. Laat een peloton van de landingsdivisie in do veroverde „stelling achter en sluit u met de overigen weder aan". Een oogenblik te voren was de kap. Koster, naar het 6C bat. op den Boekit Roembia gereden ten einde den comm. van dit korps het mondeling bevel over te brengen om, na door één peloton de hoofdversterking te hebben laten bezetten, met de overige afdeelingen de sterkten op den Boekit Aroen te nemen. Terwijl de algemeene reserve naar den Boekit Roembia op marsch was, stelde het 6e bat. zich ten 8 u. 37 v. m. in beweging en bezette het weinig tijds later de door den vijand verlaten versterkingen. Een peloton werd ook hier achtergelaten, de rest verzamelde zich daarna op den kam der hoogte benoorden den Boekit Roembia bij de intusschen aldaar aangekomen algemeene reserve, de cavalerie en artillerieook het tijdelijk achtergelaten peloton der landingsdivisie, dat in de door die afdeeling veroverde versterking niet langer noodig bleek te zijn,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 337