325 stelling had prijsgegeven, werd ten 11 u v. m. tegelijk dat het 14° bat. in W. richting afmarcheerde, het volgende bevel gericht aan den comm. der bergbatterij „SP. 14. Het 14° bat. rukt over de vlakte ten N. van ons tegen „Tapijang Batoe op. Het 6e bat. zal recht W. afdalen en mede tegen „Tapijang Batoe ten aanval vooruitgaan. Bereid onverwijld dien aanval „voor, langzaam vuur." Een kwart uur later volgde aan den comm. 6e bat: „Bevel N°. 15. De vijandelijke heuvelstelling recht W. van de onze heet „Tapijang Batoe. U rukt daartegen ten aanval op. Het 14° bat. is rechts „van u evenzoo in de gevechtslinie en valt mede aan. De artillerie is „bezig den aanval voor te bereiden. Denk om uw linkervleugel; daarvoor „een peloton cavalerie ter uwer beschikking." Op hetzelfde oogenblik werd van den majoor de la Parra het vol gende bericht ontvangen: „Stelling N. der heuvels bezet door 6° bat. met de colonne bereikt; „bestaat uit een benting door den vijand verlaten". In verband met elkander avanceerden de beide bataljons in W. richting; voorwaarts van den rechtervleugel van het 14c bat. verkende het peloton cavalerie onder den luit. Baron van Heerdt, terwijl het andere peloton cavalerie onder den luit. Posno hetzelfde deed voor waarts van den linkervleugel van het 6® bat. Aanvankelijk was door den vijand nog teruggeschoten op de artillerie, die sedert 11 u. 10 zijne stelling weder onder vuur genomen had, doch spoedig daarna, nog vóór den afmarsch van het 6® bat., had de vijaud geen teeke nen vau leven meer gegeven. De artillerie had zich dan ook op die positie uitstekend ingeschoten en blijkbaar door hare goed ge richte schoten 's vijands weerstandsvermogen gebroken. Toch bleef zij tot ondersteuning van den aanval doorvuren, totdat het 6° bat. de kali Limboeh overgetrokken was en de helling van den daarte genover liggenden heuvel beklom. Zonder eenigen tegenstand te ontmoeten, nam het 6° bat. bezit van 's vijands positie, waarvan de majoor Halewijn ten 12 u. 10 n. m. de volgende mededeeling deed

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 340