327
„De artillerie rukt op om daarop haar vuur te openen. Stel u in contact
„met batterijcomin. en ga, na voorbereiding door artillerievuur, op eigen
„initiatief tot aanval over. De rnendarsah van Tapijang Batoe is zeer sterk''.
Ten 1 u. 5 n. in. opeude de artillerie het vuur en zag men kort
daarna een groot getal Atjehers in Westelijke richting de vlucht nemen,
waarna ook het vureu op het 14® bat. geheel ophield. De artillerie
beschoot de vluchtelingen op afstanden van 1200 tot 1650 M enten
1 u. 35 n. m. ging hetl4ebat. in gevechtsformatie ten aanval vooruit.
Tegelijkertijd kreeg het 6e bat. den mondelingen last om in verband
met het 14e, langs den kam der heuvels, in W. richting voort te
rukken naar eene ten N. van kampong Groerip" gelegen, op dat
oogenblik vermoedelijk verlaten vijandelijke versterking; van daar als
het noodig mocht zijn den aanval van het 14e bat. te steunen en
als de rnendarsah, zooals men na 's vijands vlucht verwachtte, niet
verdedigd werd in de vlakte af te dalen, zoodra het 14c bat. zich van
het bedehuis zou hebben meester gemaakt.
Dit korps bereikte zonder tegenstand te ontmoeten ten 2 u. n m.
het aangegeven doel en kort daarna daalde ook het 6e bat., dat
inderdaad de vijandelijke positiën ten N. van Groerip onbezet had
gevonden, in de vlakte af
De Bevelhebber en zijn staf begaven zich hierop eveneens naar de
rnendarsah Tapijang Batoe, na vooraf aan de artillerie, de algemeene
reserve en de ambulance bij bevel N°. 18 te hebben gelast zich
evenzoo daarheen te begeven. Ten 2x/2 u. n. m. waren alle afdeelingen
op de nieuwe verzamelplaats vereenigd en werd aan de uiterst ver
moeide troepen een lange rust gegund alvorens naar het kwartier
terug te keeren.
Een dadelijk voortzetten der operatiën toch in W. richting werd
door de groote vermoeienissen, die de troepen hadden doorstaan en
met het oog op het ver gevorderde uur van den dag niet raadzaam
geoordeeld; bovendien bleek zulks minder noodig, toen eene bevolkings
patrouille van bevriende Edineezen, door den Radja op de linker
flank der troepen uitgezonden en kort na de onzen in de rnendarsah
aangekomen, het bericht bracht, dat de muiters Edi Besar verlaten
hadden, dat wellicht nog een klein aantal de versterkingen bezet
hield op de grenzen van het naburige Edi Tjoet, maar dat de overigen