328 ongetwijfeld naar hunne woonplaatsen waren teruggekeerd om de medegevoerde dooden te begraven en de gewonden in eiligheid te brengen. Te minder was dat verder voortrukken noodig, omdat met dien vijand in Edi Tjoet spoedig genoeg zou worden afgerekend, wanneer de colonne Halewijn den tocht naar Bagoh en Oleh Gadjah zou onder nemen, waarbij men het eerstgenoemde landschap doortrekken moest. Ten 4!/2 u- n m- waren alle troepen in de bivaks te Edi terugge keerd. De Bevelhebber, aanvankelijk van voornemen de veroverde heuvelpositiën op den linkeroever der Edi rivier voor den nacht te doen bezetten, zag hiervan af, omdat de tuchtiging den vijand 's mor gens toegebracht blijkbaar zoo afdoende was geweest, dat deze zich vooreerst wel wachten zou om ons weder van de W. zijde te be stoken en dat die meening alleszins juist was werd bewezen door het feit, dat geen enkele der muiters gedurende den volgenden nacht naar het gevechtsterrein durfde terug te keeren om, hetgeen de In- landsche vijand anders nooit verzuimt, de gesneuvelde geloofsgenooten te begraven. Die taak moest door volk van den radja van Edi worden volbracht; op den 12en en 13en werden 85 lijken ter aarde be steld, terwijl 2 zwaar gewonden op het gevechtsterrein aangetroffen en naar Edi overgebracht, twee dagen later aldaar in de ziekenzaal der mata-mata overleden. Hoe groot de verliezen in het geheel bedragen hebben is niet met zekerheid te zeggen, omdat de vijand een groot aantal dooden heeft medegevoerd. Na afloop der onlusten werd echter aan het civiel bestuur bericht, dat alleen de Paseistreek door ons geschut- en geweervuur, vóór en tijdens het gevecht op den llen Juni, een verlies ieed van ongeveer 200 dooden en gewonden. Verbruikte munitie. Totaal 107 G. en 90 Gkt. tot 7 cM. A; 34 G. en 20 Gkt. tot 12 cM. A. en 22 G. tot 12 cM. Mr. in de le stelling (bergbatterij) 20 Door de artillerie: G. Gkt. 20 30 20 17 10 33 G. 12 cM. Mr. 22 2 kanous van 12 cM. A. 2e stelling (bergbatterij) Qe n r>

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 343