DE EERSTE TOCHT VAN DE COLONNE HALEWIJN NAAR BAGOH EN OLEH GADJAH VAN 13-17 JUNI 1890 EN DE GEBEURTENISSEN IN EDI POT DEN 20en JUNI I). A. V. In den morgen van den 12en Juni werden voor deze excursie de navolgende bevelen gegeven: I. Aan den majoor Halewijn. De op Java samengestelde expeditionnaire colonne met uitzondering van de cavalerie en een gedeelte van de munitie draagpaarden der artillerie zal een raarsch maken over Edi Tjoet en Bagoh naar Oleh Gadjah. Zij wordt onder de bevelen gesteld van den majoor Halewijn, wien de kap. van den Gen. Staf Koster als chef van den staf wordt toegevoegd. De colonne krijgt als gidsen mede het hoofd van Edi Tjoet, den radja van Bagoh, den zendeling Machmoed van het Gouvernement en enkele door den radja van Edi aan te wijzen personen. Zij heeft in opdracht om Oleh Gadjah zooveel mogelijk te tuchtigen en vooral niets te sparen wat aan het hoofd van die nederzettingTengkoe Yoesoeftoebehoort; voorts zal de gedei van Bagoh, wier bewoners aan de opruiingen van Tengkoe Yoesoef hebben gehoor gegeven, bij het terug- keeren der troepen in de asch worden gelegd en zullen de petoea's van Edi Tjoet, die deelgenomen hebben aan het verzet, evenzoo op den terug- marsch worden getuchtigd. Ter beschikking van den colonnecommandant staan 8 Chineesche tongkangs, die zoo noodig door H. M. Benkoelen naar Bagoh zullen gesleept worden, zoomede de stoombarkas Marie. 1) In de tongkangs kan een gedeelte der munitie van den gevechtstrein geborgen worden; daarin worden verder opgenomen levensmiddelen voor vijf dagen, geniematerialen enz. Over land wordt slechts voor één dag levensmiddelen medegevoerd, zoodat de colonne geen anderen nasleep heeft dan deze levensmiddelen, het resteerende gedeelte van den gevechtstrein en de ambulance. 1) Een kleine stoomer ten dienBte van het civiel bestuur in Edi.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 345