3B6
Ha op den weg verzameld te zijn, zette de cavalerie zich in de gewenschte
richting in beweging, doch stuitte de spits nabij lapijang di Roem
op eene brug, waarvan men de dekplanken gedeeltelijk had weggenomen.
De korporaal Sensen alg. st. n°. 19796 met den cavalerist leklasse
v. d. Broeke alg. st. n°. 19348 trokken, gevolgd door den len luite
nant van het wapen A. B. J. W. Posno, te voet over de brug ter
verkenning van de versterking, waarbij zij met geweervuur en een
pllaschot op vrij grooten -afstand begroet werden. Men vond de
sterkte inderdaad verlaten en gaf hiervan onmiddellijk kennis aan den
colonnecommandant. Door de inmiddels toegeschoten cavaleristen
werd, na de spits met vuur tegen den terugtrekkenden vijand te
hebben beschermd, de brug hersteld, waardoor onderwijl de genaderde
infanterie zonder oponthoud te ondervinden kon doormarcheerende
lilla waaruit geschoten was, werd op 600 M. van de verlaten
versterking op een handwagen, midden op den weg, aangetroffen.
Toen men tot ongeveer een kwart uur afstands van Edi ljoet
genaderd was en de colonne een oogenblik halt hield om alle afdeelingen
te doen opsluiten, zag de luit. Posno bij het plaatsen van de spits aan
eene kromming in den weg eene ben de van ongeveer 25 gewapende
Atjehers, die op 200 M. van hem deels op en deels ter zijde van den
weg in afwachtende houding stonden. Terwijl hij van zijne bevin
ding kennis deed geven aan den .detachementscommandant den 1
luit. Baron van Heerdt, verzamelde Posno ijlings een twaalftal rui
ters om zich heen en reed met dezen dadelijk op den vijand in, die,
na nog eerst even te hebben stand gehouden, zich weldra over de
sawah verspreidde. Ook hier werd hij echter nagezet, zeven Atjehers
werden bij deze gelegenheid buiten gevecht gesteld en de vervolging eerst
gestaakt toen men stuitte op een ondoorwaadbaar riviertje met diep
ingesneden bed en vrij steile oevers, waarover de overigen wisten te
ontsnappen, doch niet voordat nog een hunner was onschadelijk ge
maakt door den korp. Sensen vorengenoemd, die, zonder zich te beden
ken, de vluchtenden te paard in de rivier was nagesprongen.
Zonder verdere bijzonderheden werd ten 10 u. 25 v. m. de gedei
van Edi Tjoet bereikt; alleen had de achterhoede nog een paar
salvo's af te geven op enkele vijanden, die haar met vuur hadden
bestookt.