337
Tot 11 u. 20 v. in. werd in de gedei gerust en daarna de marsch
naar het zeestrand aangenomen.
Met de terugkeerende cavalerie werd een kort bericht van het
voorgevallene voor den Bevelhebber medegeven.
Ontmoetingen met den vijand had de colonne op dezen dag niet
meer. Door hare groote lengte, men moest man voor man loopen,
had de marsch naar het strand slechts uiterst langzaam plaats en
werd deze nog vertraagd door het herstellen van eene vrij groote
brug, op 10 min. afstands van zee van welke brug de dekplanken
over 8 M. waren weggevoerd.
Ten 1 u. 45 n. m. was de geheele colonne aan het strand opge
marcheerd op eene alang-alang vlakte, op den rechteroever der
rivier gelegen.
H. M. Benkoelen, die den troep op zijnen marsch langs het zee
strand zou vergezellen, werd bij de koeala Edi Tjoet niet aangetroffen.
Toen de colonne ten 11 u. 30 v. m, hier nog niet was aangekomen,
meende men op dien bodem dat zij binnendoor den weg naar
koeala Bagoh gevolgd was en had men daarom ook meer om de
Moord gehouden.
Eerst nadat bij de colonne de witte vlag was uitgestoken werd naar
koeala Edi Tjoet teruggestoomd ten 2 u. 50 n. m. werd met het
oorlogsschip gemeenschap verkregen.
Op het oogenblik dat de colonne het strand bereikte, was het
doorwaden van de koeala wegens het hooge water nog niet mogelijk
en toen communicatie met de Benkoelen was verkregen, was het te
laat geworden om nog dien dag den marsch te vervolgen. De colonne
commandant besloot dan ook het bivak te betrekken ter plaatse waar
men zich bevond. Zulks geschiedde in carré vorm de naar zee gekeerde
zijde bleef open, drie flanken, vluchtig versterkt, werden door de
infanterie bezet; aan de ambulance, de artillerie, de genietroepenen
dwangarbeiders werd in het midden der binnenruimte eene plaats
aangewezen. Yan de medegenomen kadjangmatten werd gebruik
gemaakt om alles zoo veel mogelijk onder dak te brengen en ten
3x/3 u. n. m. was dit dan ook geschied.
De weg van gedei Edi Tjoet naar zee, verkregen door ophooging