338 van den grootendeels modderigen grond, is 1.5 M. breed; daarin komen 2 groote en 7 kleine bruggen voor. Het zwaar begroeide terrein en de drassige bodem aan weerszijden van den weg, waardoor troepenontwikkeling zoo al niet onmogelijk dan toch. zeer bemoeilijkt wordt, maken van den weg een défilé, dat, door slechts weinige vijanden verdedigd wordende, groote verliezen zou kunnen toebrengen aan den troep, die dezen doorgang zou willen forceeren. Dat de vijand dit ook volkomen begreep, bleek uit het groot aantal versterkingen en loopgraven op verscheidene plaatsen ter zijde van den weg aangelegd, alle blijkbaar met het doel om weerstand te bieden aan eene van de zeezijde oprukkende macht. De colonnecommandant zag hierin een niet gering gevaar voor zijne colonne, die langs denzelfden weg moest terugkeeren en hij meende dan ook van zijne zienswijze kennis te moeten geven aan den Bevel hebber, met voorstel om zoo er bezwaar tegen mocht bestaan om de colonne de la Parra tot de koeala Edi Tjoet den terugkeerenden tegemoet te zenden hem te machtigen geheel langs het zeestrand naar Edi Besar terug te keeren. Dit voorstel en een kort bericht van hetgeen de colonne was we dervaren na de 's morgens met de cavalerie medegegeven tijding, werden den 13en Juni ten 5 u. 20 n. m. per stoomer Marie" den Bevelhebber overgebracht. Op den 13on Juni werden de volgende munitiën verschoten door de artillerie 15 G., 14 Gkt. en 5 K. le comp. van het 6e Bat. 366 scherpe patronen „„„„ISO Totaal 1536 scherpe patronen. cavalerie 82 karabijn- en 13 revolverpatronen. Yolgens later ingekomen berichten zou den vijand een verlies zijn toegebracht van 13 dooden en 3 gewonden. Twee voorlaadgeweren en eenige klewangs, die door de cavalerie waren buitgemaakt, nam de colonne mede. J) 11 d° 5) ^60 n 4e d d d ii n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 353