342
op den 15en Juni noodig; die rusttijd zou worden benut om de be
doelde brug te slaan.
Yolgens ingekomen berichten was de vijand voornemens de gedei
Bagoh te verdedigen; of hij ter weerszijden van den daarheen voe
renden weg ook versterkingen had aangelegd was nog onbekend.
Yerder werd nog aan den Bevelhebber gemeld, dat de putten in
het bivak niet voldoende water opleverden, doch dat zoo goed mo
gelijk in het gebrek werd tegemoet gekomen door de hulp der ma
rine en het aanspreken van den watervoorraad op de Chiueesche
tongkangs. In overweging werd echter gegeven, de Gouvernements
stoomer Zeemeeuw vóór Bagoh te stationneeren tot het distilleeren van
water en ten slotte gevraagd om nog voor 2 dagen vivres toe te zenden.
Later in den avond ontving de assistent-resident van Assen nog
enkele mededeelingen aangaande den vijand, welke in het kort hierop
neerkwamen.
De geheele bevolking van Bagoh, zoomede tal van personen uit an
dere streken zouden te Oleh Gadjah bijeengetrokken zijn; ook
Bintara Pakan, hoeloebalang van Djolok Besar, zou zich met 200
gewapende volgelingen derwaarts hebben gespoed. Op de gedei te
Bagoh zouden 200 a 300 Paseirs verzameld wezen, voornamelijk uit
de bovenstreken van Iverti afkomstig, met het voornemen den op-
marsch der troepen van de gedei uit te bemoeilijken.
In Edi Besar werd op dezen dag de ijzerdraadversperring om onze
versterking op den Boekit Panas onder leiding van den len luit.
der genie Pels Eijcken verbreed, die dit werk onder 's vijands aan
houdend vuur volbracht en hierbij krachtig gesteund werd door het
door de bezetting van den post onder den len luit. Speltie doelmatig
afgegeven geweer- en geschutvuur.
15 Juni.
Den 15cn Juni werd ten 7 u. 15 v. m. mot het slaan vau de brug
over de soengei Lantjang begonnen en was dit werk ten llu. 15