343 volbrachtdaarbij werd gedeeltelijk gebruik gemaakt van reeds vroeger ter plaatse door Atjehers aangebrachte schragen. Toen de brug gereed was werd zij bewaakt door een detachement, ter sterkte van 1 onderofficier en 15 bajonetten, in een tot dat doel de soengei Lantjang binnengevoerde tongkang. In den loop van den dag werden verder door de genietroepen 60 strekkende meter sesak gereed gemaakt voor het overbruggen van 2 soengeis en 6 coupures, welke volgens opgave der gidsen zich zouden bevinden in den weg naar gedei Bagoh. Bij verkenning van het terrein in Z. richting waren op 200 M. van het bivak twee waterputten aangetroffen. Met de hulp door de marine verleend, was daardoor in den morgen van den 15en Juni op voldoende wijze in de behoefte aan drinkwater voorzien, doch dit was niet ten volle het geval met de hoeveelheid benoodigd voor het bereiden van spijs, van thee en koffie en zoo was zulks oorzaak dat later op den dag en in den daarop volgenden nacht, op nieuw gebrek aan drinkwater ontstond. Voegt men hierbij de gebrekkige watervoor ziening waaronder de troep reeds twee dagen had geledende steeds over dag heerschende groote hitte, die den dorst bij de menschen nog had doen toenemen, waardoor de dorstigen ten laatste op het drabbig geworden water der putten als een lafenis aanvielen, dan laat zich het ontstaan van buikloop onder de troepen gereedelijk verklaren. In den nacht van den 16en Juni kwamen twee gevallen van zware cholerine in het bivak voor, terwijl meer dan 60 manschappen met lichtere verschijnselen door de geneesheeren moesten worden behandeld. In den avond van den 15en Juni werden voor het uitrukken op den volgenden dag de noodige bevelen gegeven. Door onvolkomen bekendheid met het terrein, met 's vijands voornemens en sterkte, bepaalden zich deze bevelen, gelijk lager blijken zal, slechts tot het in gang zetten van de colonne en tot het aangeven van hetgeen moest geschieden zoo in het défilé op den vijand mocht worden gestooten. Het eerste doel was het verlaten van dat défilé en het deboucheeren op de vlakte, die, volgens mededeeling der gidsen, naar Oleh Gradjah leidt. Nog werd op dezen dag met den commandant van H. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 358