349 bestemd 0111 met 31 bajonetten, waartoe alle compagnieën eenige manschappen moesten afstaan, op dat punt achter te blijven. Aan den 1™ luit. Labotz was nog gelast om de gewonden onder eene kleine dekking naar het bivak terug te zenden en het thans op de tongkang in de soengei Lantjang voor de brugbewaking on- noodig geworden infanterie detachement van 10 bajonetten aan zich te trekken. Daar voorts het vermoeden voor de hand lag, dat de gedei Bagoh öf niet, öf slechts zeer zwak bezet was, werd aan laatst genoemd officier wien mondeling reeds was opgedragen te trachten gemeenschap te krijgen met de marine op de rivier nog een schriftelijk bericht toegezonden, bestemd voor den commandant der gewapende sloep, waarin deze werd uitgenoodigd om, zoo zulks zonder veel gevaar kon geschieden, eene poging te wagen tot het in de asch leggen van de gedei. Slaagde die poging, dan zou daardoor, gelijk van zelf spreekt, de taak der terugkeerende colonne belangrijk worden verlicht. Ten 9 u. 20 nam de marsch tegen Oleh Gadjah uit l een a.an- vaDg. De compagnieën hadden door de hiervoren gemelde noodza kelijke detacheeringen een sterkte verkregen van 90 bajonetten. De D comp. kwam thans in de voorhoede; hierbij werden de genietroepen ingedeeld. Als hoofdmacht volgde daarna de 2e comp., vervolgens de artillerie en de 3e comp. De 4e comp., die de achterhoede vormde, dekte de ambulance en den trein. Het door de alang-alang leidende voetpad, dat men verplicht was te volgen, dat op enkele plaatsen in een moerassigen bodem overging en dan weder noopte een omweg te maken om al te drassige ge deelten te ontgaan, vergunde den troep slechts uiterst langzaam vooruit te komen, zoodat het hoofd der colonne eerst ten 10 u. 35 v. m. op ongeveer 300 M. was gekomen van de hoofd versterking Paja Enjo, op den weg naar Oleh Gadjah, toen ook juist door den vijand het vuur uit die sterkte werd geopend. Een diep ingesneden 4 M. breede sloot, uit het Noordoosten ko mende en een weinig benoorden Paja Enjo het voetpad naderende om verder daarlangs te loopen, scheidde de versterking van de colonne. Terwijl de 1° comp. zich in het terrein benoorden de greppel Dl. II, 1891. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 364