352 bezet; daar aangekomen onder eene kleine dekking de bannelingen naar liet bivak door te zenden, doch overigens met de compagnie te wachten op nadere orders. Het 2° echelon dat ten 3 u. op rnarsch ging bestond uit de 3« comp., medenemende het gros der ambulance en alle dwangarbeiders, wier munitievrachten inmiddels door de artillerie waren verschoten: zij ontving gelijken last als het 1° echelon, alleen de ambulance moest bij de compagnie blijven. Het 3° en laatste echelon eindelijk, bestaande uit de artillerie en de le en 2" comp., volgde ten 3 u. 20 n. m.de lc comp. bevond zich hierbij aan den staart. Op dezen terugtocht was het laatste echelon door 5 a 6 vijanden op grooten afstand met vuur vervolgd geworden, waardoor de Eur. fus. van Tol alg. st. n°. 28638 gewond werd. Toen de vijand later dichter opdrong, gelukte het aan het detachement van Griet- huijsen, dat zich aan den staart der colonne had aangesloten, om een drietal hunner neder te leggen. Toen de laatste troepen in het défilé waren aangekomen, werd gezamenlijk de terugtocht naar het bivak aangenomen. De genie troepen werden nu bij de achterhoede ingedeeld om de overbrugde coupures in den vorigen staat terug te brengen. De gedei Bagoh was bij den terugkeer der colonne reeds in de asch gelegd. De voor de marine bestemde order was afgegeven aan den djoe- ragan van den stoomer Marie, toen deze ter hoogte van de gedei verschenen was, hetgeen, zooals later bleek, aan de stoomsloep der marine niet was mogen gelukken. De door den luit. Labotz uitge zonden patrouille onder den Eur. korp. Wengeler alg. st. n°. 9565, sterk 10 man en 1 dwangarbeider, had dit bericht overgebracht. Behoedzaam was daartoe de patrouille ongeveer 250 M. in Oostelijke richting voortgerukt, tot zij de kali bereikt had en tevens de gedei Bagoh op den anderen oever vóór zich zag liggen. Bij aankomst aan de rivier geen marinesloep ontmoetende eerst eenigen tijd later verscheen de Marie besloot de patrouillecommandant, over eenkomstig de opdracht van luit. Labotz, zelf eene poging te wagen tot het in brand steken van de gedei.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 367