- 365
Uit de inrichting van 's vijands versterkingen en loopgraven, op
de beide door det 6e en het 14c bat. langs de heuvels afgelegde
wegen, bleek, dat de muiters ons uit het N. W. verwacht hadden
en blijkbaar niet verdacht waren geweest op den uitgevoerden aan
val op den linkervleugel. Langs dien weg voortschrijdende en in
het bezit gerakende van den Boekit- Toekoe Imam Moeda was
s vijands positie in het Pedawa Pontongsche niet langer houdbaar
en zag hij zich wel verplicht die prijs te geven en meer achterwaarts
stelling te nemen. Afgescheiden hiervan moet evenwel ook worden
erkend, dat het verblijf in Pedawa Pontong door de artillerie hoogst
bezwarend was gemaakt; de granaten van marine en landmacht
hadden nl. alle daar aanwezige woningen als een zeef doorschoten.
De vijand had Pedawa Pontong in geduchten staat van tegenweer
gebracht. De huizen van Toekoe Ladang Bahroe en van Toekoe
Bantah waren door een aarden wal met gracht en ehicanemiddelen
omgeven; daarbinnen vond men een gedekt onderkomen voor eene
talrijke bezetting en beide versterkingen door een stelsel van ver
nuftig aangebrachte loopgraven tot eene stelling gemaakt, die, in
verband met de versterkingen op den Boekit Toekoe Imam Moeda
in front, niet dan met zeer zware offers zou zijn te nemen geweest.
Da chef van dea staf van zijne verkenning teruggekeerd, rappor
teerde den Bevelhebber, dat behalve de versterkingen op de Boekits
Toealang en Niboeng nog eene vijandelijke positie zich afteekende
op het meer Westwaarts hiervan gelegen heuvelterrein. Van den
grooten weg waren de twee eerstgenoemde versterkingen zonder
groote moeilijkheden te bereiken, terwijl in de onmiddellijke nabijheid
van de verzamelplaats zich een geschikte stelling voordeed, van
waar de artillerie de beide genoemde heuvelbentings gelijktijdig onder
vuur kon nemen.
Ten 11 u. 30 was daarom reeds door den Bevelhebber verzonden
bevel:
„N°. 10. Comm. artillerie. Ophouden met vuren en oprukken naar
„Pedawa Pontong. Algemeene reserve moet ook volgen;"
welk bevel kort hierna gevolgd werd door een mondelinge order
aan den comm. der le comp. 14e bat., om zijne positie tegenover den
Toealang voorloopig bezet te houden en wegens het eindigen van
Dl. TI, 1891. 24