369
Moeda weder toegevoegd, met last om evenals de algemeene reserve
op den Toealang in stelling te blijven, terwijl de Bevelhebber zich
met den staf en de cavalerie naar den Boekit Roeng verplaatste
om hier de maatregelen te beramen voor den aanval tegen den Boe-
kit Mata Ajer.
Ten 2 u. n. m. opende de artillerie (ter plaatse waar op de kaart
de B staat van Boekit Roeng) haar vuur op den Mata Ajer en
tegelijk tegen de vijandelijke positie onder den hoogen boom. Een kwart
uur later ontving de Bevelhebber van den artillerie commandant bericht,
dat de munitie bij de batterij sterk verminderde en werd op grond
hiervan besloten om met den aanval op 's vijands laatste stellingen
niet langer te dralen, niettegenstaande het vijandelijk vuur nog niet
was tot zwijgen gebracht. De laatste schoten werden nu door de
artillerie bestemd om den opmarsch der infanterie met vuur te steunen.
Ten 2 u. 15 n. m. werden de volgende bevelen uitgevaardigd:
„N°. 15. Comm. 6° bat. U volgt het voetpad dat langs Oostelijken
„voet van Boekit Roeng, waar Bevelhebber staat, loopt naar de Noord
zijde van Boekit Mata Ajer en valt de positie van de Noordzijde aan.
„14e bat. zal de stelling van de Westzijde aanvallen. Cavalerie kan uw
„linkerflank dekken" en
„N°. 16. Comm. 14e bat. Het 6e bat. zal 's vijands stelling op Boekit
„Mata Ajer van Noordzijde aanvallen met de cavalerie op zijn linker-
„flank. U zult tegelijkertijd de positie des vijands van de Westzijde
„aanvallen."
De cavalerie kreeg hierop den mondelingen last om zich bij de
colonne Halewijn te voegen en ten 2 u. 27 werd aan den comm. der
algemeene reserve op den Toealang verzonden:
„Bevel N°. 17. Ruk op naar den heuvel bij Bevelhebber".
De colonne de la Parra begaf zich ten 2 u. 23 n. m. van den
Toealang op marsch naar den Boekit Roeng, trok hier de 2e comp
3e bat. aan zich en daalde ten 2 u. 30 n. m. de Zuidelijke hellingen van
laatstgenoemden heuvel af. Aan de voorste compagnie werden de
genietroepen en de Atjehsche gidsen toegevoegd; de laatsten ver
zekerden de colonne gedekt tot den Boekit Mata Ajer te zullen
brengen. Zoodra de troepen den heuvel afdaalden opende de vijand
van den Mata Ajer en uit zijne positie onder den hoogen boom een