371 Nadat de Bevelhebber uit zijne standplaats de laatste positie des vijands had zien bezetten, begaf ook hij zich derwaarts en kwam hij daar ten 4 u. n. m. aan. De versterking op den Boekit Mata Ajer bestond uit eene recht hoekige redoute van 20 en 60 M. zijden, met steil opgezette aarden wanden van 1 M. hoogte en dikte. Langs de binnenzijde van de enveloppe waren loopgraven aangebracht, zoodat staande over den wal geschoten kon worden; aan de buitenzijde was de versterking omgeven door een dubbele heg van dadap doeri, door bamboegor dingen aan elkaar verbonden. Uitgangen waren aangebracht in de Wester- en Zuiderfacen, terwijl de versterking over de lengte door steil opgezette wallen verdeeld was in drie vakken, in elk waarvan zich een afdak bevond, hebbende deze verdeeling vermoedelijk ten doel om beter tegen granaatscherven beschermd te zijn. Nadat het terrein in de nabijheid was doorzocht, waarbij niets meer van den vijand werd bespeurd en voorts zooveel mogelijk handen aan het werk waren gezet om de genomen sterkte te slechten, werd ten 41/2 u. n m, langs den weg door de colonne Halewijn gevolgd, de terugmarsch aangenomen. Ten 6 u. n. m. waren alle troepen te Pedawa Pontong vereenigd en werd hun rust gegeven alvorens naar het kwartier terug te keeren. De hier achtergebleven troep had met behulp van de dwang arbeiders gedurende de operatie der andere afdeelingen tegen den Boekit Mata Ajer, de om en bij die plaats gelegen loopgraven en versterkingen zoo goed mogelijk geslecht en toen de colonne den terugmarsch naar hare kwartieren had aangenomen, werden de mi- sigit en de daarbij aanwezige huizen aan de vlammen prijsgegeven tot straf van Toekoe Ladang Bahroe, die van den aanvang der onlusten af een zeer dubbelzinnige rol gespeeld had. Ten 7'/2 u. n. m. van den 21en Juni waren alle troepen binnen onze nederzetting in Edi teruggekeerd. Yan den ons steeds getrouw gebleven radja van Pedawa Besar werd twee dagen later het bericht ontvangen, dat de vijand, door zich tijdig aan onze aanvallen te onttrekken en door de meesterlijk aan gebrachte dekkingen tegen ons vuur, slechts 37 dooden en gewonden had bekomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 386