373 linkeroever der Edi rivier, terwijl de overige troepen de nabuurschap ia alle richtingen doorkruisten. Yan den vijand werd geen spoor meer ontdekt; de mannelijke bevolking, met vrouwen en kinderen in de kampongs teruggekeerd, was weder aan de gewone dagelijksche werkzaamheden getogen en gaf allerwegen blijken van vredelievende gezindheid. De tijdelijk opgerichte versterking op den Boekit Panas werd den 24cn Juni opgebroken en evenzoo op den 26en het blokhuis tusschen onze versterking en de koeala; het blokhuis aan den rechter koeala oever, hetwelk deo radja van Edi toebehoort, werd weder bezet door de mata mata, terwijl eindelijk het op den linkeroever sedert 3 Juni opgerichte wachthuis, dat sedert den 1 len Juni door de mata mata was bezet geworden, thans ook werd afgebroken. Terwijl alzoo Edi Besar geleidelijk tot den vorigen staat van rust terugkeerde, werd in het geheim een nieuwe tocht naar Oleh Gadjah voorbereid, omdat bij de eerste excursie de hoofdaanlegger van het verzet der staatjes bewesten Edi, de reeds meer genoemde Tengkoe Yoesoef, niet afdoende gestraft was kunnen worden. Het hoofd van Bagoh dat, zooals in den aanvang dezes vermeld werd, zich gedurende de oniusten in het hoofdkwartier bevond, verklaarde dat hij zijn ge zag in Bagoh en Oleh Gadjah niet zou kunnen handhaven zoolang voornoemde Yoesoef daar zijn invloed kon doen gelden en dit zou het geval wezen zoo hij in het ongestoord bezit bleef van zijne ver sterkte woning en de tot verdediging ingerichte gedei van Oleh Gadjah, welke laatste voor het grootste gedeelte bewoond werd door Pediree- zen, die zich aan de bevelen van hem, het hoofd van Bagoh, in 't geheel niet stoorden. Redenen te over derhalve om de tuchtiging van Oleh Gadjah niet op te geven. Daar het bekend was dat de Bagoh rivier tot aan de gedei voor Chineesche tongkangs bevaarbaar was, zoo werd besloten met deze vaartuigen den tocht over zee te doen ondernemen, waartoe zij tot aan de koeala Bagoh gesleept zouden worden door de ter reede aan wezige oorlogs- en Gouvernements stoomschepen. In overleg met den comm. van H. M. Sindoroden luit. ter zee le kl. C. Yreede, die, door den Bevelhebber daartoe aangezocht, met de meeste bereid willigheid de maritieme leiding van de excursie op zich nam, kwam

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 388