880 lijders, in een ambulanceschip was herschapenhet was toch tijdens den vorigen tocht gebleken, hoe de gewone inrichting dier vaartuigen, reeds voor een eenigszins gerekt vervoer van gezonde manschappen weinige geschiktheid bezittende, voor ziekentransport zich nog veel minder eigende. Deze vaartuigen zouden gedurende den nacht bij afloopend water zich naar de koeala begeven, ten einde den volgenden morgen het personeel en de paarden op te nemen. 30 Juni. Ten 8 u. 45 v. m. nam het embarkement een aanvang. De regeling hiervan en tevens die van den overvoer der colonne, was reeds twee dagen t. v. aan de commandanten der compagnieën en de chefs der zelfstandige onderdeelen volgenderwijze schriftelijk medegedeeld: REGELING van het embarkement Sindoro sleept: 4 kleine tongkangs 4 1 groote tongkang Albatros sleept 3 groote tongkangs 3 n 1 tongkang Zeemeeuw sleept: 1 groote tongkang 3 tongkangs 3 i) n Benkoelen sleept: 3 groote tongkangs en voor den overvoer van de colonne Halewijn. 4 sectiën, 4° comp. 6e bat. 4 3e fie 1 n u mineurs, opnemingsbrigade, genie materialen. Vóór het binnenloopen van de koeala zullen zich hierbij voegen col. comm. met adj. en chef van den staf. 2e comp. 3e bat. paarden art. en cav., materieel, mu nitiën der art., reserve munitie inf. personeel art. en cav. ambulance, dwangarbeiders. 2e comp. 6e bat. le comp. 6e bat. waterschepen met 5 dw. arb. op elk, koks en keukenkoeli's van de 3e en 4e comp. 6e bat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 395