- 387 - voor de volgende, doch met het laatstbedoeld drietal prauwen was dan ook de ruimte ter hoogte van en voorbij de plek van ontscheping welke laatste inderdaad niet veel meer dan 35 M. bedroegzoo volkomen door vaartuigen ingenomen, dat geen beweging meer mo gelijk was. De le en 2e comp. 6e bat. en de dwangarbeiders in de nog achterwaarts liggende tongkangs, moesten zich dan ook over de in een rij langs de rivier geschaarde vaartuigen naar de debarkemeutsplaats begeven; ten 10 u. 55 n. m. was de laatste man ontscheept. Dadelijk na het debarkement had de 4° comp. zich ter plaatse waar vroeger de gedei Bagoh stond in pelotonscolonne opgesteld en daarna het le peloton ter verkenning uitgezonden, uit welke ver kenning spoedig bleek dat het terrein in en om de gedei verlaten was. Men betrok hier het bivak in een door kajoe kasouw omheinde ruimte en wachtte daarin den dageraad af. De 3e comp. was na hare ontscheping ten 9 u. 15 n. m. door het met alang-alang begroeide klapperbosch onmiddellijk in Westelijke richting voorwaarts gerukt. Door de vele oneffenheden van den bodem slechts langzaam vooruitkomende, bereikte zij eerst ten 9 u. 30 op 200 a 250 M. verder den weg van koeala Bagoh naar Paja Enjo en daarmede tevens de plaats van de beide geslechte verster kingen, den 16en Juni door deze compagnie genomen. Eeue sectie ter bewaking op den weg plaatsende, stelden de drie andere sectiën .zich 50 M. hierachter in bataille op en vormde aldus deze compagnie de Westerflank van het bivak. De 2e comp. 3e bat., die ten 9 u. 30 ontscheept was, kreeg last zich in Westelijke richting voorwaarts te begeven tot zij de 3U comp. van het 6e zou hebben bereikt, daarna zich in linie te ontwikkelen, front te maken naar het Zuiden en, aan de laatstgenoemde compa gnie aansluitende, de Zuiderflank te vormen. Aan de 2e en vervolgens ook aan de 1° comp. van het 6e bat., die daarna voet aan wal zetten, werd opgedragen de door de 2e comp. 3° bat. reeds gedeeltelijk gevormde Zuiderflank tot aan de rivier te verlengen en voor de beveiliging van die flank de noodige maatre gelen te nemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 402