388 Voor de bewaking der Oosterflank, gevormd door de rivier, werd evenmin als voor de aan onbegaanbaar terrein grenzende Noorder flank, een bepaalde troep aangewezen. De bivakwacht, geplaatst in de onmiddellijke nabijheid van den eolonnecommandant, had alleen in last om hare aandacht ook te schenken aan de Noorderflank. Binnen de aldus begrensde ruimte steldeu zich de colonnecom mandant met zijn staf, de hulpwapens en de ambulance op. Dank zij het heldere maanlicht ondervond het fourageeren en het verkrijgen van water uit de tongkan gs geene moeilijkheden. Tegen middernacht waren alle afdeelingen van het noodige voorzien voor het bereiden van spijs en drank, de veldkeukens reeds gegraven en kon de order worden gegeven, dat vier uren later de soep en een krachtig ontbijt gereed moesten zijn om die dadelijk daarna aan de manschappen te verstrekken. Ten 4 u. 45 v. m. van den lcn Juli werden aan de commandanten der compagnieën en zelfstandige onderdeelen de orders verstrekt voor den tocht tegen Oleh Gadjah. Die orders waren in het kort de volgende: Aan den tocht zou worden deelgenomen door de le, 2® en 3e comp. van het 6e bat., de 2e comp. van het 3e bat., de cavalerie, de artillerie, een deel der genietroepen en de ambulance, welke laatste ook thans onder de orders stond van den off. v. gez. 1« kl. J. A. C. Maier, die voor deze excursie zich had doen vergezellen door den off. v. gez. 2e kl. J. A. Tamson. Voorhoede: 3e comp. 6e bat., de genietroepen, onmiddellijk gevolgd door de cavalerie, die eerst op naderen last ter verkenning vooruit zou rukken Hoofdmacht: 2C comp. 3e bat., de artillerie, lc comp. 6e bat., de ambulance. Achterhoede: 2e comp. 6" bat. De weg langs de bij den vorigen tocht genomen en geslechte verster king Paja Enjo moest door de voorhoede worden ingeslagen. Ten 5 u. 15 moest alles aangetreden staan, het tijdstip voor den afmarsch zou daarna worden bevolen. De 4e comp. van het 6e bat. moest achter blijven om de beide bivaks te bewaken en, zoo de vijand de colonne bij haren terugkeer van Oleh Gadjah mocht bemoeiljjken, de teruggaande beweging te steunen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 403