390 Ten 6 u. 20 ontving de colonnecommandant bericht dat Paja Enjo verlaten was bevonden en tegelijk werden de eerste vijandelijke schoten vernomen, gericht op de inmiddels meer voorwaarts gerukte cavalerie. Spoedig hierop volgde de mededeeling dat dit vuur kwam uit eene kampong in het verlengde van het voetpad gelegen, waarin zich naar schatting een veertigtal vijanden ophielden en waarheen men nog meer volk zag trekken. Terwijl een drietal ruiters den vijand, die thans een vrij levendig geweervuur had geopend, bleef waarnemen, trok de cavaleriecommandant, de 1° luit. Baron van Heerdt met de overige manschappen zich Noordwaarts van den weg achter een bamboe huisje terug, in afwachting van nadere orders. De colonne rukte inmiddels voorwaarts en toen de voorhoede het geslechte Pajo Enjo ongeveer 50 M. was voorbij getrokken, kreeg zij last halt te houden, zich in gevechtsformatie te ontwikkelen en het vuur op den vijand te openen. De genietroepen hadden intusschen de greppel, die het voetpad aan de Zuidzijde begrenst, bij r (Zie de kaart) overbrugd. Aan de cavalerie werd daarop last gegeven zich te verzamelen; aan de over zijde van de greppel het terrein te verkennen en daarna den linker vleugel der gevecktsliuie te dekken, terwijl de hoofdmacht en de achter hoede deze beweging moesten volgen. De 2e comp. 3e bat., evenzoo over de greppel getrokken zijnde, ontwikkelde zich dadelijk in gevechtsformatie, echter zoo ver zijwaarts, dat tusschen haar en de greppel ruimte kwam voor de artilleriede 1° comp. 6e bat. stelde zich in gesloten sectiecolonne 75 M. hier achter op, en 100 M. achter deze compagnie volgde als reserve de 2° comp. 6e bat., waarbij zich de ambulance aansloot. In deze formatie werd voorwaarts gerukt tot de 2e comp. 3U bat. ter hoogte kwam van de 3° comp. 6C bat., waarop het geheel halt hield. De artillerie onder den 2en luit. L. A. E. Hoolbnom kwam hier bij s (Zie de kaart) ten 6u. 45 v. m. in batterij; aan den com mandant van de 3e comp. 6e bat. werd nu ook gelast de greppel over -te trekken, in verband met de 2e comp. 3° bat. front te maken naar het Zuidwesten, nog 200 M. voorwaarts in stelling te komen en daar nadere orders af te wachten. De vijand had reeds spoedig na ons eerste vuur zijne positie in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 405