392
7 u. 50 v. m. hadden de beide voorste compagnieën den kam der hoogte
bereikt en ten 8 u. 10 v. m. was daar het overige der aanvalseolonne
verzameld.
Door het houtgewas eene openiug makende, om de streek in Wes
telijke richting te kunnen overzien, werd ontwaard dat het heuvel
terrein zich aHoopend in die richting voortzettevan de gedei van
Oleh Gadjah was echter niets te bespeuren. Afgaande op de mede-
deeling van den gids, dat deze eerst van de hoogte A, aan welks voet
zij zich moest bevinden, zou zijn waar te nemen, werd ten 8 u. 20 v. m.
aan de 1° en 3e coinp. 6e bat. last gegeven om door de peper
tuinen van den heuvel B naar A af te dalen aan do 2C comp. 3e bat.,
om het punt B te blijven vasthouden tot dekking van onzen linker
vleugel, weinig tijds later gevolgd door de opdracht, om de enkele
in de buurt aanwezige woningen in de asch te leggen en de peper
tuinen in Noordelijke richting te vernielen. De ambulance zou zich
eveuals de cavalerie voorloopig bij deze compagnie blijven ophouden.
De heuvel A werd ten 8 u. 30 door de 3e comp. bereikt; hij bleek
door zijn weinig omvangrijk kegelvormig bovenvlak voor artillerie
opstelling al zeer weinig geschikt te zijn. Door de pepertuinen
de helling verder behoedzaam afdalende, bereikte deze compagnie
ten 8 u. 35 den voet van don heuvel en was zij daarmede in rug en
flank van de reeds door den vijand verlaten versterking t (Zie de
kaart) grenzende aan het voetpad dat van Paja Enjo hierheen leidt;
het stuk geschut, waaruit op de colonne was gevuurd, werd hier
dichtbij aangetroffen en dadelijk vernageld.
Terwijl aan de genietroepen last gegeven werd de sterkte te sloo-
pen, werd den commandant der cavalerie verzocht eene patrouille te
zenden naar de 2° comp. 6e bat. met opdracht aan den compagnies
commandant om met de sectie artillerie, den weg volgende door de
colonne genomen, zich te begeven naar den voet van heuvel A.
De le en 3e compagnie van het 6° bataljon, hier reeds verzameld,
trokken zich binnen de pepertuinen terug. In afwachting van de
komst der artillerie werd nu het omliggend terrein verkend.
Van een gedei aan den voet van den heuvel werd niets bespeurd;
de dicht met peperboomen begroeide helling van heuvel A nam
Noordwaarts een meer glooiende gedaante aan om bij t in de vlakte