393 te niet te loopen, terwijl Zuidwaarts die helling samenliep met die van het heuvelterrein, welks kam uit B reeds was waargenomen. De heuvelrij boog zich op 300 M. Zuidwaarts van t in Weste lijke richting om en vormde aldus de Oostelijke en Zuidelijke gren zen van eene vlakte, waar zich op 500 M. Westwaarts van t een duidelijk begrensde kampong vertoonde, waar binnen volgens zeggen van den gids dan eindelijk de gedei van Oleh Gadjah en het huis van Tengkoe Yoesoef zouden gelegen zijn. Op de omrin gende heuvels werd niet de minste beweging van vijanden waarge nomen ook uit de gedei werd niet gevuurd, integendeel, toen de troep aan den voet van den heuvel A. gekomen was, werden uit de gedei op twee plaatsen oen witte en op een ander punt een Nederlandsche vlag geheschen. Een Atjeher, die onze troepen op de vlakte tegemoet kwam, werd toegeroepen naderbij te komen, doch hij scheen hiertoe weinig genegen te zijn en trok zich spoedig daarop weder terug. Ten 9 u. v. nr. deboucheerde de artillerie op de vlakte ten Z. van t; even te voren was de derwaarts ontboden cavalerie daar aangeko men en met de artillerie ook de ambulance, gevolgd door de 2e comp. 6e bat. Met uitzondering van de artillerie werd aan deze troepen eveneens eene plaats in de pepertuinen, zooveel mogelijk op de van den vijand gekeerde helling van heuvel A, aangewezen. Op dit oogenblik vielen de eerste schoten uit de gedeide artillerie stelde zich bij u (Zie de kaart) onmiddellijk hiertegenover in batterij en opende ten 9 u. 10 haar vuur. Eene vijandelijke bende, die op hetzelfde oogenblik in het verlengde van het langs t loopende voetpad de colonne beschoot, werd door salvovuur van de 3C comp. verdreven. Aa nog enkele schoten een daarvan verwondde een dwangarbeider vrij ernstig zweeg het vuur uit de gedei, waarop ten 9 u. 40 v. m. last gegeven werd daartegen op te rukken. Daartoe stelde zich de 1° comp, 6e bat. weinig tijds hierna in beweging langs het reeds meergenoemde voetpad, hetwelk in Westelijke richting naar den linkervleugel van het object voerde; een peloton van de 3e comp. Ge bat. zou haar als reserve volgen. Met de ons bevriende kampong Boeging op de rechterflank was de aanval van die zijde weinig gevaarlijk, de mogelijkheid echter dat de vijand op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 408