395 aan den commandant der 2e comp. 3e bat. bevolen maatregelen te nemen tegen 's vijands aanwezigheid en mogelijk doordringen op onze linkerflank. Na vijf salvo's van de flankdekking en 13 Gkt. schoten van de artillerie, hield het intusschen reeds zeer verzwakte vijandelijke vuur geheel op, de vijand trok over den kam der heuvels in Zuid oostelijke richting af en kwam daardoor nog een oogenblik onder het vuur der compagnie op heuvel B. Zonder verliezen had evenzoo de 2e comp. 6C bat. het object bereikt en kreeg zij hier de opdracht voor de vernietiging van Tengkoe Yoesoef's eigendom het noodige te verrichten. De verblijfplaats van dit hoofd besloeg eene oppervlakte van 100 M. in lengte en ongeveer 60 M. in breedte, omheind door een dubbele palissadeering van aangepunte kajoe kasouw; in de binnenruimte bevonden zich zes gebouwen, drie woonhuizen, een mendarsah en twee magazijnen grootendeels gevuld met padi. Nadat men zich had meester gemaakt van de correspondentie van het hoofd en van eenige in de huizen aangetroffen wapenen, werd de palissadeering omgeworpen, het daarvan afkomstige hout verzameld en na evenals de woonhuizen rijkelijk te zijn begoten met petroleum, die in vrij aanzienlijke hoeveelheid ter plaatse werd aangetroffen, aan de vlammen prijs gegeven. Op gelijke wijze werd gehandeld door de lc comp. met de gedei. Deze bestond uit twee rijen pasarloodsen, elk ongeveer 30 M. lang en uit verschillende pondoks, waarin warongs en andere bedrijven werden uitgeoefendhet geheel was omringd door een 5 dM. hoogen aarden wal, met een levende heg daar vóór. Ten 10 u. 40 v. m. was de vernietiging van Oleh Gadjah met do daarbij aangetroffen eigendommen van Tengkoe Yoesoef een voldongen feit; aan de opdracht was derhalve voldaan, zoodat aan den terugkeer der colonne een begin van uitvoering kon worden gegeven. Hiertoe werd in drie gedeelten afgemarcheerd. Het eerst stelde zich in beweging het eerste echelon bestaande uit de cavalerie, de 3e comp. 6e bat., die zich inmiddels aan den voet van heuvel A op het voetpad naar Paja Enjo verzameld had, de genie troepen, alle overtollige dwangarbeiders en een deel der ambulance. Ten 11 u. v. m. gevolgd door het tweede echelon, dat gevormd werd door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 410