408 om hulp te verleenen aan de uit Engeland gezonden korpsen, die zich bij gebrek aan een trein niet konden bewegen. Reeds spoedig na de komst in Natal van den opperbevelhebber der troepen in Zuid-Afrika (Augustus 1878), werden maatregelen beraamd om zich, ten opzichte van de materieele voorziening van den troep, zoo goed mogelijk op het te verwachten conflict met de Zulu's voor te bereiden. Wat aan trein en administratief personeel in Zuid- Afrika beschikbaar was, o. m. de gewestelijke onderintendant (deputy commissary general) Strickland, was met het oog daarop den opper-: bevelhebber derwaarts gevolgd. Den 12en Augustus 1878 schreef de opperbevelhebber aan den chef van het materieel bij het Departement van Oorlog in Engeland omtrent zijne voornemens, de genomen en nog noodig geachte maat regelen o. m. het navolgende Te Piqfermaritzburg en te Durban worden depots opgericht en ook op andere plaatsen zal dit geschieden. De regeeringscommissaris maakt bezwaar tegen elke openlijke han deling, die door den Zuluvorst zou kunnen beschouwd worden als een aanval of bedreiging ten doel hebbende. Ik moet daarom elke openlijke voorbereiding uitstellen, ook omdat de weg tot eene vredelievende oplossing van de te verwachten moeielijkheden nog niet geheel is afgesneden. Maar ik kan niet ontkennen, dat dientengevolge op een gegeven oogen- blik zooveel te verrichten kan zijn, dat intendance en trein niet bijtijds gereed komen en dus de mogelijkheid bestaat, dat ik niet bijtijds den oorlogwanneer die noodig blijkt zal kunnen beginnen. De onderintendant heeft mij de verzekering gegeven, dat hij zal zorgen zoo goed mogelijk voorbereid te zijn, om op een gegeven oogenblik tot het nemen der noodige maatregelen te kunnen overgaan. Het is natuurlijk mijne bedoeling, om de daarvoor noodige uitgaven te houden binnen zoo danige grenzen, als met de bruikbaarheid van de troepenmacht onder mijne bevelen vereenigbaar is, terwijl ik tevens rekening zal houden met de omstandigheid, dat het tijdig treffen van de noodige schikkingen minder geld kost dan het regelen van alles tegelijk op een oogenblik dat dit noodig blijkt te zijn. Intusschen is het moeielijk in de gegeven omstan digheden het juiste midden te houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 423