410 Het overleg met het civiel bestuur had wel geleid tot het gebruiken van dezelfde tusschenpersonen voor het aanschaffen van de noodige transportmiddelen, maar afdoende verbetering was daardoor niet verkregen. Onder die omstandigheden meende de intendant een voorstel te moeten doen, om de militaire autoriteiten te machtigen naar de behoefte transportmiddelen te requireeren, maar hoewel de regeeringscom- missaris zich van een dergelijken maatregel niet afkeerig betoonde, meende men daartoe bij nader inzien niet te moeten overgaan, omdat daartoe het afkondigen van den staat van oorlog (martial law) noodig zou zijn geweest en dit ongeraden werd geoordeeld, zoolang niet alle middelen waren uitgeput om langs anderen weg tot het doel te geraken. Den 4en September diende nu de intendant aan den opperbevel hebber het voorstel in, om eene commissie te benoemen tot het onder zoeken en overwegen van alle aangelegenheden, de samenstelling en organisatie van den trein betreffende. Naar zijne berekening zouden, in de veronderstelling dat elke colonne zou bestaan uit 5 compagnieën infanterie, 200 man bereden troepen en een sectie artillerie, per colonne noodig zijn voor de artillerie2 wagens bereden troepen5 infanterie den geneeskundigen dienst staf reserve Totaal of voor 5 colonnes 10 1 1 1 20 100 In de veronderstelling, dat de uitgangspunten van die verschillende colonnes zouden zijn Durban, Greytown, Ladismith, Utrecht en Derby en zij steeds voor 20 dagen van vivres en andere behoeften zouden voorzien zijn, moest per colonne gerekend worden op een vervoer van een gewicht van 450000 kilogram tusschen haar en de basis, dus op 20 wagens voor elk of in het geheel op 100 wagens. Voor het aanvullen van de verschillende magazijnen van de basis zelf moest gerekend worden op de ondervolgende vervoermiddelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 425