434 aangroeien, heeft men volgens den Leidraad op 2000 M. 15 M. springhoogte eti daarentegen op 2025 M. 10.2 M. Dit alleen zou reeds het bewijs zijn, dat de bestaande en beproefde schietregels in het geheel niet deugen. Dat de meeste beproevingen dan ook geen resultaat hebben opge leverd, is niet te verwonderen, afgescheiden van de omstandigheid, dat men niet met 6 vuurmonden gelijk vergelijkende schietproeven kan houden, waarbij de ligging van het gemiddeld springpunt er zoo nauw keurig op aankomt. Toch kreeg ondergeteekende bij het vuren tegen een gedekt doel in September 1889 te Batoe Djacljar eene uitwer king van 1 treffer per schot, door de omstandigheid, dat het gem. springpunt 30 M. -en 6,7 M. hoog lag. Deze springhoogte zou, tot een interval van 22 M. herleid, 5.4 M. bedragen hebben, dus zeer nabij die in de tabel vermeld. Dat ook de veldartillerie in alle nadoelen bovenvermeld deelt, be hoeft geen nader betoog. De schietregels voor het veldkanon zouden in dit opzicht geheel dezelfde moeten- zijn, als die van het bergkanon, natuurlijk met andere tabellen. Op grond van alle hier aangehaalde beschouwingen en berekeningen is ondergeteekende van oordeel dat: 1°. Noch 12 Leidraad, noch de beproefde wijze om haar te verbeteren (voor bergart.) aanbeveling verdient. 2°. Voor het vuren met Gfkt. tegen gedekte doelen de schoots- tafels der bereden artillerie zouden moeten worden voorzien van tabellen (z.a. A en B). 3°. Dat 12 van den Leidraad zou moeten luiden: Men schiet groep met Gdaarvoor de O.H. nemende, welke de meeste kans oplevert, dat het grootste gedeelte der schoten -|- zal vallen, en gaat daarna over tot het Gfkt. vuur; de O.H. en T. uit de tabel A afleidende. Kan men van geen G. gebruik maken, dan schiet men eene groep met Gkt. met lage springpunten. Hierbij worden voor de berekening van of -)- alleen 8 waargenomen springpunten in aanmerking genomen, onverschillig of de Gkt. vóór of na den A. springt. Voor de berekening der S.H. worden alle na den A. of beneden de kruin gesprongen projectielen als te laag gesprongen in rekening

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 449