438 in het gevecht en in den velddienst, waarbij het van veel belang is, hot behandelde door voorbeelden uit de krijgsgeschiedenis toe te lichten. Werd bepaaldelijk geëischt, dat deze in degelijkheid niets tewen- schen overlatende voorschriften werden opgevolgd, waarlijk, dan zou de tijd, aan de theorieën gewijd, beter mogen besteed heeten, dan hij thans mag genoemd worden. Doch er is nog een ander euvel te bestrijden. Wie toch heeft niet honderde malen kunnen waarnemen, dat bij den aanvang van de theorie, de sergeant-of korporaal-onderwijzer zijn kuddeke in een wijden kring om zich verzamelt, majestueus in het midden plaats neemt, op de plaats laat rusten en dan zijn taak be gint met N°. 1 uit den dommel te wekken door den uitroep Kooi! Kalau kooi skléwakenz? om als N°. 1 niet weet te antwoor den, het rijtje af te gaan totdat hij misschien bij Kooi N°. 10 de ge vraagde inlichtingen verkrijgt en dan N°. 11 een nieuwe vraagstelt. Waarlijk, we overdrijven niet als wij zeggen, dat het theorie houden in den regel zoo wordt opgevat en dat slechts streng toezicht van de zijde der officieren bij machte is om het door ons aangege ven kwaad uit te roeien. Men zegt wel eens, dat er geen meer behoudend lichaam is dan een leger, doch, hoewel wij" de juistheid van deze stelling niet kunnen beoordeelen, gelooven we toch dat op het door ons in dit opstel betreden gebied een conservatisme heerscht, dat onze voorgangers van het begin dezer eeuw, zoo ze het konden waarnemen, van genoegdoening zou doen blozen. Onder de middelen, die kunnen strekken om, met betrekking tot het nut der theorieën, een beteren toestand in het leven te roepen, kan het volgende aanbevolen worden De klassen worden, voor zooverre het bij den dienst presente aan tal geschikte onderofficieren en korporaals dat toelaat, zoo klein mo gelijk gemaakt en tevens bepaald, dat de theorie slechts uur zal duren. 1) Van die dertig minuten begint de onderwijzer er twintig met de menschen te praten over het te behandelen onderwerp, dat zoo moet 1) Het voorschrift tot het houden van oefeningen laat daartoe volkomen vrijheid. Er staat nl. dat het theoretisch onderricht nimmer langer dan uur zal duren, een kortere wijl is volstrekt niet uitgesloten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 453