443
Iets nieuws was het ons, dat de Inlander (in casu de Maleier) uit
beleefdheid, tegenover meerderen vooral, bijna nimmer den actieven
vorm mag bezigen, maar dan gebruik moet maken van den passieven
vorm van het werkwoord. Ons werd geleerd, dat de Maleier dien
vorm bij voorkeur bezigt: le om het object van de handeling be'er
te doen uitkomen en 2e om de handeling in den onbepaald verleden
tijd te stellen.
Wij zijn het dan ook met den heer Hijland niet eens, dat men
den actieven vorm in de spreektaal weinig hoort gebruiken. De
heer Uijland late bv. den Inlander eens zeggen: dat kind huilt; de
kat springt; de klerk schrijft een brief; hij bekent zijn schuld en
honderde dergelijke zaken meer, waarbij men zonder den actieven
vorm onzin zou krijgen of iets wat niet bedoeld wordt. Wij ver
onderstellen, dat het niet hooren van den actieven vorm bepaald aan
de hoorders ligt, die er niet goed op letten en ook de regels niet
kennen, welke het gebruik van dien vorm voorschrijven.
Als bewijs van het gebruik van den actieven vorm tot meerderen,
grijpen wij voor de hand weg een paar zinsneden uit het conversatie
boek voor het Maleisch, door den heer Klinkert, uit de geschriften
van den bekenden Abdoellah en van anderen, bijeenverzameld.
Gesprek van Z.M. den Sultan van Lingga met
den politiedienaar Jozef.
Z.M. Welk nieuws is er poli- j Tengkoe besar. Apa chabar
tiedienaar? Wie is dat? Van
waar komt hij?
Jozef. Met uw verlof, dit is
uw dienaar Abdoe 'lkadir, die
aan Uwe Hoogheid een brief
brengt van uwen zoon, Z. M. den
Onderkoning van Riouw.
mata-mata? Ini sijapa? Datang
dari mana?
Mata-mata Joesoef. Harap di-
ampon, ini patiktoe Abdoe'lkadir
Mëjibawa soerat padoeka nanda
jang dipërtoewan moeda dari
Ryau kabawah doeli tëngkoe.
enz.
Op blz. 553 valt iets op te merken over het woord satna. Als er één
woord bij herhaling misbruikt wordt, dan is het wel dit. De beteekenis
gelijk, evengelijk aaneven aan zijnde, wordt dat woord ook hier
verkeerdelijk gebruikt als voorzetsel. Spreekt de eene Inlander (be
diende) tot den andere, dan zal hij niet de woorden van blz. 553