444 gebruiken, maar zeker wel zeggen: Engkau dipanggil toewan, zonder daarbij „dus" sama of een voorzetsel te bezigen "Waartoe ook het Javaansehe Jcowé te gebruiken, in de plaats van het Maleische engkau (of gemeenzaam diri)? De beteekenis van soekci (Skr. soekha) is: genoegenvreugdever heugd, gaarne; zie verder Pynappel's woordenboek. Het woord voor den wenschenden ivil hendakwordt op Java vervangen door dat voor den volstrekten wil maoeEen vragende zin wordt niet ge vormd door apa, dat alleen wat? beteekent (zie o. a. het boven aangehaalde gesprek), maar door het aanhechtsel kah te voegen achter het hoofdwoord der vraag, of achter het woord, waarop de nadruk wordt gelegd en ook alleen door den vragendeu toon. Hier voor apa te gebruiken is een Javanisme. „Wil mijnheer van daag of morgen vertrekken?" zou men dus kunnen vertalen „Toewan maoe bërangkat hari inikah ataw esoekkah?" Nu en dan te vertalen met sring-sring is verkeerd. Niet alleen is het een Javaanscb woord, maar bovendien beteekent het dikwijls. De Ma leische woorden voor nu en dan zijn o. a. adang-adang, kadang-ka- dang, tërkadang-kadangenz. Patbet grondwoord van ëmpat, vier, is niet meer in gebruik in het Maleisch, wèl in het Javaansch. Evenzoo is het gesteld met nam, het grondwoord van ënam. De breuk een vierde is in het Maleisch sapërëmpat. Saprapat en sapërapat zijn geen van beide Maleisch, wijl pra een Javanisme is, de samentrekking van para. Op blz. 554 valt aan te teekenen, dat het voorvoegsel di- (hetzij als voorzetsel zooals hier, hetzij als voorvoeging tot vorming van den passieven vorm van het werkwoord, zooals op blz. 553) nooit alleen staat, maar verbonden wordt met het daarop volgend woord. Dit is van eenig belang bij het transcribeeren van het Nederlaudsch in het Maleisch en omgekeerd. Bente of interest, anak doewit, hoen ga oewang, geeft Pynappel 's woordenboek ook op als unakan (niet te schrijven anaqan, want de Kaf besar wordt door het achtervoegsel-an, kaf këtjil- zoo ook dus bij anakan, pop). Met de spelling van bientang op blz. 556, kunnen wij ons niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 459