445 vereenigen, omdat de i hier moet worden uitgesproken tusschen de lange en korte i in. Wanneer we bientang schrijven, wat blijft er dan over voor de lange i in panggil, dii, orang itoeenz? De nood zakelijkheid van het bezigen van een verlengingsklinker bestaat niet. De i toch is altijd lang, behalve: in gesloten eindlettergrepen, als de voorlaatste lettergreep eene toonlooze heeft, bv: këris, kris, soort van dolk, pëtikafplukken van bloemen en kleine vruchten, enz. in de gesloten voorlaatste lettergreep van aan andere talen ont leende woorden, bv.nista, laag, beneden iemands fatsoen (skr.) siksa straf, pijnigende straf (skr.) enz in welke beide gevallen ze kort is; voor neusklanken wordt ze uitgesproken tusschen de lange en korte i in, bv.: lintahbloedzuiger, keringdor, droog, het bovenbedoelde woord bintangenz. Evenmin kunnen wij ons vereenigen met bentingmen schrijve benteng, aarden wal, schans. Over de toonlooze veroorloven wij ons mede eene enkele opmer king. Bij het transcribeeren van het Maleisch in het Nederlandsch wordt ze dikwijls over het hoofd gezien. En toch is die letter noodig. De Maleier spreekt alleen twee medeklinkers achter elkaar uit als ze één letterteeken vormen. Tusschen twee lettergrepen, welke niet door een medeklinker gesloten worden, is altijd een klinker; is hij een toonlooze dan wordt deze bijna niet, soms in het geheel niet gehoord. Daarbij komt dat de meeste Maleische grondwoorden tweelettergrepige zijn. De éénlettergrepige zijn te tellen en zoo mogelijk maakt de Maleier van die éénlettergrepige nog tweelettergrepige woorden zooals: wang, oewanggeld, munt, mas, ëmas, goud, lang boeroeng lang), liélang b be lang) sperwer enz. Van de drie- en meerlettergrepige woorden, kan men bijna zoo goed als zeker zeggen, dat ze of afgeleid öf wel dat ze aan vteemde talen ontleend zijn. Daarom schrijve men dus këris bëras gebolsterd graanniet printah (zooals op blz. 554) maar përintah, bestuursbevel, of parentahskr. oeparitazie Pynappel's woordenboek, zijnde dus een meerlettergrepig vreemd woord. Wat betreft de moeielijkheden met woorden, welke in Arabisch- Maleisch schrift gelijk geschreven worden, zooals^ÜJu, werkelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 460