448 De boven aangehaalde 3 artikelen zijn das voor ons slechts in zooverre van belang te achten, als zij ons doen zien, waaraan de ongeveer gelijkluidende artikelen van het R. R hun oorsprong te danken hebben. Voor het overige is art. 76 R R. de basis van ons militair-straf rechterlijk stelsel. Leest men nu op blz. 6 de eerste alinea, daarna art. 31 R.R. en vervolgens de tweede alinea, dan gevoelt men dat het woordje echter daarin niet op zijn plaats is. (1) Zoo is, mede met die beide artikelen van het RR in de hand, de bedoeling van de derde alinea niet duidelijk, waarin gesproken wordt van „zoowel door Koninklijke Besluiten, als door algemeene verordeningen" („ordonnantiën?)"' van den Gouverneur-Generaal, terwijl toch de laatste de eerste in zich sluiten, en de geheele zin vreemd klinkt achter den aanhef dier alinea, het woord „Niettemin". (Vergelijk hiermede de zeer juiste opmerkingen op bladzijde 10 laatste 2 alinea's). (1) In de 4e alinea zegt schrijver:" „Bij de militaire rechtspraak dient ook o. m. rekening te worden gehouden met:" en noemt hij nu in de eerste plaats de reglementen op den I. D., terwijl niet genoemd worden „de Alg. Orders, die op deze rechtspraak betrekking hebben, en die veelal het gevolg waren van correspondentie tussehen het Legerbestuur en het Hoog Militair Gerechtshof of den Advocaat-Fiscaal. Die zeer belangrijke bronnen hadden naar onze bescheiden meening niet onder de letters „o.m." mogen worden gerangschikt. 1) (2) Op bladzijde 11 wordt gewezen op de gehoorzaamheid die ieder militair, als staatsburger verschuldigd is aan de Civiele macht. De bedoeling hiervan is: „door tusschenkomst van zijnen chef". De mili taire chef heeft te bevelen, behoudens zijn verantwoordelijkheid voor elk bevel. De gehoorzaamheid is, in strikt militairen zin, alleen aan hem verschuldigd. Dit beginsel is in de op blz 12 aangehaalde A. O. 12 van 1874 dan ook streng gehandhaafd. (3) Naar den inhoud van punt 3° op blz. 13 en 1'4 had naar onze meening ter bekorting kunnen worden verwezen, desnoods onder aanhaling van de hoofdzaken, in enkele zinsneden verkort genoemd. 1) Schrijver refereert immers daaraan herhaaldelijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 463