451 de 3e alinea van 4 eene definitie. Opgemerkt moet worden, dat de soldaat, die den dienst van korporaal waarneemt, voor zoover ons bekend nergens vice-Jcorporaal wordt geheeten. Uit een practisch oogpunt zou 4, dunkt ons, wel gemist kunnen worden. (9) Op blz. 29 bovenaan staat „In verband daarmede is al het boven vermelde ook toepasselijk op lijfwachten"dus ook wat betreft de inschrijving in het stamboek? (10) Wij vestigen er de aandacht op, dat die „lijfwachten" niet tot de legerformatie behooren. In de Kol. verslagen worden zij in één adem geDoemd (met de schutterijen, enz.) onder de korpsen „niet recht streeks tot het leger behoorende." (11) blz. 29 §5. le alinea. Worden desniettemin de krijgsartikelen niet voor gelezen, aan de pupillen, als zij hun 17e levensjaar zijn ingetreden (12) blz. 30 1. le en 2e alinea. Men moet derhalve het woord recruten niet opvatten in de zin van ongeoefendendoch van nieuwgerecruteer- den, nieuw aangewor venen. Gaarne gaan wij met het betoog in deze paragraaf op blz. 31 ge leverd mede. De recruten bij de depot-bataljons, het depot-eskadron, enz. zijn dus in den zin der wet geen recruten. In dien zin leze men dus steeds voor recruten„nieuw aangeworvenen." By de aanhaling der bepaling van art. 103 I. D. (blz. 32 2) is uitgevallen na „24 uren nadat zij aangeuomen zijn" „of bij het korps aan gekomen". Het komt ons meer correct voor, deze zinsnede te behouden. De voorlezing der krijgsartikelen is dus het criterium voor het radicaal van soldaat. Wij missen hier, evenals voor zooveel ons bekend in alle andere werken, eene bepaling van wat die krijgsartikelen eigenlijk zijn. De wet zelve zwijgt daarover. Naar de practijk eene definitie moetende geven, zouden wij zeggen: De krijgsartikelen zijn een zeer onvolledig en verre van juist weerge geven extract uit het Crimineel Wetboek, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste titel. Uit den 3ea titel zijn weggelaten de artikelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 466