462
Art. 5 R. L. spreekt immers niet alleen van „misdaden" maar ook van
„aanmerkelijke fouten" d. w. z. van overtredingen tegen de krijgstucht
of van het gemeene recht. (Vergel. bladz. 75). Een militair, die op straat
of in een drankwinkel door een patrouille wordt gearresteerd, zal bv.
meestal zoo niet een misdrijf, dan toch een overtreding hebben gepleegd
De verschillende soorten van vrijheidsberooving vau militairen, zooals
bedoeld in de R. L. en de Reglementen van Krijgstucht, I D. en G. D.
loopen inderdaad dikwijls zoo samen, dat, uit een practisch oogpunt be
schouwd, de kennis van het juiste onderscheid, 't welk daarin bestaan
kan, van weinig nut is. Ook is de terminologie van de R. L. op dat
puut weinig consequent, zoodat daaraan niet te veel gewicht mag worden
gehecht.
Daarom kwam het mij doelmatiger voor en was het mij dan ook
uitsluitend te doen om, met terzijdestelling van alle (m. i.) noodelooze
juridische onderscheidingen, eenvoudig te vermelden in welke gevallen
en door wienvolgens de voorschriften het aanzeggen van arrest aan- ot
het arresteeren (opsluiten) van een militair, hetzij wegens misdaad, hetzij
wegens overtreding, dan wel als politioneelen maatregel tot handhaving
van orde enz. mag geschieden. Ik achtte het niet ondienstig die zaak
eenigszins breedvoerig te bespreken omdat, zooals op bladz. 114 wordt
aangestipt, het in de practijlc menigmaal gebeurtdut gegradueerde
militairen hunne bevoegdheidmet betrekking tot het in arrest stellen hun
ner inferieur en, te buiten gaan''1
De geachte recensent gaat nog verder en beweert, „schromelijk en
aanhoudend" misbruik van het hier besproken recht te hebben zien makeri
is nu het verwijt, dat ik de zaak wat al te zwart geschilderd heb, wel
geheel gegrond
(21) De Hooge Raad der Nederlanden heeft in tegenovergestelden zin
beslist: zie het arrest aangehaald op bladz. 917, le regel v. b.
(22) Zie punt 20.
(23) De gewenschte toelichting komt op bladz. 126 voor.
Barre.