472
25 October 1816 N°. 15 gearresteerd „Provisioneel reglement op de mi
litaire betalingeneenig licht.
De inspecteur en chef der militaire administratie moest in verband
met het voorschrift, dat geen betalingen, het personeel of materieel
der landmacht in Indië betreffende, gedaan mochten worden, anders
dan op schriftelijke autorisatiën, verleend door president en raden
van financiën en geregistreerd bij de algemeene rekenkamer, 1) tel
kens tijdig formeeren en aan president en raden voornoemd inleveren
een zooveel mogelijk gedetailleerde en gemotiveerde begrooting der
over de volgende maand of maanden vereischte benoodigdheden voor
de onderscheidene objecten van dienst.
Volgens deze begrooting werden de fondsen ter beschikking gesteld
van de onder-inspecteurs, aan wie alle aanvragen om gelden wegens
traktementen, soldijen, pensioenen, leverantiën van vivres, fourage,
kleeding, hospitalen en alles wat tot de landmacht behoorde, als
mede benoodigd tot reparatie van 's laDds militaire gebouwen, voor de
fortificatiën, voor de artillerie en de ateliers, moesten worden inge
diend, en die daarop op hunne verantwoordelijkheid ordonnantiën tot
betaling verleenden. Deze ordonnantiën waren betaalbaar bij de
landskassen.
Van de aldus betaalde gelden moesten de inspecteurs driemaande
lijks rekening en verantwoording doen aan den inspecteur en chef,
die daaruit een generale rekening en verantwoording behoorde op
te maken, bestemd voor de algemeene rekenkamer.
Bij besluit van den Gouverneur-Generaal van 30 November 1831
N°. 1 (Stbld. N° 67) werd wijders gearresteerd een Instructie
voor den Inspecteur en Chef der Militaire Administratie in Ned. Indië
en voor de aan hem toegevoegde officieren."
Volgens die instructie was de inspecteur en chef der mil. admini
stratie gechargeerd met de directie en het oppertoezicht over alle
militaire administratiën en met de controle daarvan over de geheele
armee. Hij was alleen en onmiddellijk ondergeschikt aan den Ge-
1) De raad van financiën en de algemeene rekenkamer waren in het leven geroepen
bij besluit van dc Commissarissen-generaal, dd 16 Augustus 1816 [Stbld !N0. 8].