37 biz. 186 e. v. uit, dat de opleiding van een officier in Indië veel meer kost dan in Holland, d. w. z. aan den hoofdcursus te Kampen. Natuurlijk! maar duurte kan nooit een motief worden voor de op heffing van eene nuttige instelliug, want dan was hiermede hot von nis uitgesproken over alle inrichtingen van onderwijs in Indië. Het onderwijzend personeel geniet hier 3 a 4 maal meer trak tement dan dat in Nederland, alle verdere onkosten, zooals het onder houd der schoolgebouwen, leermiddelen, enz. zijn enorm veel hooger maar daaruit volgt nog niet de conclusie: „nu geen onderwijs meer in Indië, laat ons de kinderen maar voor 's Lands rekening naar Holland zenden, want dat is veel goedkooper". En wat niet aangaat voor het algemeen onderwijs, dat mag men ook niet toepassen op eene bijzondere instelling. Enfin, overal bestaat verschil van opinie, maar wij gaan toch zeker allen samen wat het groote einddoel betreft; het belang van het Indische leger. Nu het voortbestaan der Mil. school een feit is geworden, nu in vredesnaam de handen ineengeslagen, alle krachten ingespannen om haar levensvatbaarheid te geven, belemmerende bepalingen uit den weg geruimd en de bakens verzet, eer het getij is verloopen. Mr. Cornelis, April 1891. X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 48