475 invoering der nieuwe formatie, vastgesteld bij besluit dd°. 31 Juli 1833 Jf°. 140 zie vroeger werd de instructie, in 1831 afgekondigd, inge trokken eu vervangen door een nieuwe, opgenomen in Staatsblad 1833 N°. 46. Ten einde niet te wijdloopig te worden, zullen wij van die nieuwe instructie hier niet anders vermelden, dan dat aan den inspecteur en chef een goed deel der werkzaamheden, die tot nu toe op het hoofdbureau plaats hadden, werd ontnomen en opgedragen aan de onder inspecteurs in de afdeelingen en etablissementen. Alleen het algemeen kleedingmagazijn te Batavia bleef onder de onmiddellijke directie van den inspecteur en chef, doch overigens waren de admini- stratiën der korpsen en garnizoenen, de directeuren der hospitalen, en de magazijnmeesters ondergeschikt aan de onder-inspecteurs en verplicht aan hen rekening en verantwoording te doen. Slot volgt. B. W. C. G. Vries. Aan de inspecteurs was art. 1 t/in. 4 van het administratie-reglement van 1831mede opgedragen, eens in de drie maanden de troepen te monsteren. Ook uit Nederland aankomende suppletie troepen zoomede in Indio reizende detachementen waren aan deze monsteringen onderworpen. Detachementen beneden 25 man be hoefden echter niet door den Inspecteur gemonsterd te worden. In 1834 (Alg. Order N°. 4 5) kwam dit laatste echter te vervallen en moest elk onderofficier of soldaat, die van garnizoen veranderde, aan den onder-inspecteur ge presenteerd worden. Het kan geen verwondering baren dat deze regeling vooral op de hoofdplaatsen, waar veel mutatiën onder de troepen voorkwamen, nog al moeielijkheden opleverde, waarom men in 1836 (Alg. Order Nc. 3 4) weder tot de regeling van 1831 terugkeerde. In 1846 werden bij Gouv. besl. dd°. 26 Januari 1846 Nc. 46 'Alg. Order Nc. 4 6) de administratieve monsteringen door de onder-inspecteurs geheel afgeschaft, en tegelij kertijd vastgesteld een Instructie voor liet houden der algemeene inspectiënwelke sedert bij Alg. Order 1887 N°. 61 werd ingetrokken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 490