4.82 Een Afrikaansch sergeant, ingedeeld bij eene Amboineesche compagnie, verricht aldaar den weekdienst van Eur. sergeant, terwijl de Amboineesche sergeant dien van korporaal van de week verricht en dat, niettegenstaande beiden dezelfde opleiding ontvingen en het zelfde examen aflegden. Wat dezen toestand nog vreemder maakt is, dat de Afr. sergeant, die dus hiërarchiek boven zijn Amb. rang- genoot is geplaatst en de grootste verantwoordelijkheid draagt, 8 centen minder bezoldiging per dag ontvangt. Uit den aard der zaak laat de dienst van den Afr. sergeant in den beginne veel te wenschen over. Zoowel doordat hij de theorieën bijwoont van het Eur. kader als door eigen studie, stelt hij zich echter spoedig op de hoogte zijner verplichtingen Hij slaagt in zijn streven over het algemeen naar wensch en vele Afrikaansche kaderleden, vooral de sergeanten behoeven dan ook Da eenigen tijd niet ouder te doen voor hunne Europeesche collega's. Afgescheiden nu van de quaestie hoe die diensten door hen ver richt worden, rijst de vraag of het wel billijk is hun een werkkring te geven, waarvoor zij niet werden opgeleid en hen te corrigeeren voor tekortkomsten in die dienstverrichtingen begaan? De mindere soldij der Afrikanen dateert van vroeger tijd, toen de slavenhandel nog bestond en de werving op de kust van Guinea nog geopend was. In het belang dier werving achtte men het noodig den eigenaars van slaven, die dezen afstonden voor den dienst in Oost- Indië, eenige schadeloosstelling toe te kennen. De slaven, die genegen waren tot dienstneming, ontvingen van het Gouvernement een voor schot tot afkooping hunner vrijheid, waarvan eene acte werd opgemaakt. Een en ander vermeldde men op de stamboeken onder de volgende mutatie: „Op den1800vrijwillig geëngageerd voor den tijd van „jaren om te dienen bij het Leger in Oost-Indië. Aan handgeld toe gestaan f 20. was lijfeigene. Heeft uit eigen middelen zijne vrijheid „gekocht van zijnen meester, blijkens acte van manumissie dd „op Elmina gepasseerd en waarvan de minuut aldaar is gedeponeerd. „Voorschot ter geheele afbetaling zijner manumissie f 96.50. Dit voorschot werd geleidelijk afbetaald door dagelijks f 0.08 van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 497